Om meteen ieder misverstand uit de weg te ruimen. Dit verhaal gaat over een duif. Maar het verhaal van ‘William of Orange’ is bijzonder en hoe vergezocht de feiten in dit artikel ook mogen klinken: het verhaal is helemaal waar.
Radio’s
Een belangrijke factor in het mislukken van de Slag om Arnhem komt voort uit het feit dat de Britten waren uitgerust met de verkeerde radio’s.
De Britse paratroopers hadden dezelfde radio’s meegekregen die ze twee jaar eerder ook gebruikt hadden in Noord Afrika. In de kale, lege woestijn deden de radio’s het prima. Maar in de bebouwde en beboste omgeving van Arnhem hadden de radio’s totaal geen bereik.
De problemen die hierdoor ontstonden waren ongekend groot. Legereenheden konden niet onderling met elkaar communiceren, maar ze konden ook geen verslag uitbrengen aan het hoofdkwartier van de divisie van generaal Urquhart in Oosterbeek.
Urquhart op zijn beurt was de eerste dagen van de Slag om Arnhem niet in staat om de Britse legerleiding bij Nijmegen of de bevelhebbers in Londen op de hoogte te stellen van de benarde situatie waarin zijn troepen zich bevonden.
Verkenningsvluchten
Toen er bij het begin van de Slag om Arnhem geen radioberichten binnenkwamen vanuit Arnhem, concludeerde het opperbevel in Londen dat er iets mis moest zijn met de radio’s.
Via verkenningsvluchten door Spitfires werden rond Arnhem foto’s gemaakt. De beroemde foto van de vernielde Duitse pantserwagens op de oprit van de Rijnbrug is tijdens een van deze verkenningsvluchten gemaakt.
Daardoor wist het Britse opperbevel globaal wel dat er dingen niet volgens plan verliepen in Arnhem, maar hoe erg de situatie op dat moment was, was in Londen op dat moment nog niet in volle omvang doorgedrongen.
Omsingeld
Dat veranderde op dinsdag 19 september 1944 door een bericht dat via een postduif in Londen aankwam. Die duif heette Willem van Oranje.
De duif was samen met een aantal soortgenoten door de troepen van John Frost meegenomen naar Arnhem. Omsingeld door Duitse troepen en niet in staat om via de radio contact te leggen met Oosterbeek, besloot Frost om een postduif los te laten.
Aan zijn poot had Willem van Oranje een briefje waarin stond dat de troepen van Frost de noordelijke oprit van de brug bezet hielden, maar dat zij afgesneden waren van de overige Britse troepen en dringend luchtsteun nodig hadden om de strijd tegen de Duitsers vol te houden.
Willem van Oranje werd om 10.30 uur losgelaten en bereikte om 14.55 uur zijn hok in Cheshire in Engeland.
“Een afstand van 400 kilometer in 4 uur en 25 minuten. Een absoluut record”, aldus Stewart Wardrop van de Royal Racing Pigeon Association tegen de Daily Mail.
“Als je bedenkt dat hij eerst dagenlang in een kooitje heeft gezeten en daarna onder vijandelijk vuur is vrijgelaten en 200 kilometer over open water moest vliegen om Engeland te bereiken, dan is dat een hele prestatie.”
Volgens de overlevering verliep het loslaten van de postduif niet zonder problemen. Terwijl hij onder vijandelijk vuur lag, liet een Britse para de postduif los onder de oprit van de Rijnbrug.
In plaats van weg te vliegen, bleef de duif in de buurt zitten. Pas nadat een Britse soldaat met een stengun een paar schoten in de richting van de duif afvuurde, vloog hij op richting Engeland.
Onderscheiding
Pas na de boodschap van de postduif drong bij het Britse opperbevel het besef door dat het echt foute boel was in Arnhem. John Frost had er echter weinig aan. De weersomstandigheden lieten het niet toe dat de gevraagde luchtsteun kon worden gegeven.
Overigens lukte het de Britten in Oosterbeek dinsdag 19 september om de radio’s provisorisch aan de praat te krijgen en stond er een (onbetrouwbare) verbinding met het hoofdkwartier bij Groesbeek.
Willem van Oranje was niet de enige postduif die de troepen van John Frost bij zich hadden. Er zijn meer duiven losgelaten, maar Willem van Oranje is de enige die in Engeland is teruggekeerd.
Dickin Medal
Die prestatie is door de Britten meteen op waarde geschat. Willem van Oranje werd onderscheiden met de Dickin Medal: het Victoria Cross voor dieren. Willem van Oranje was het 21e dier dat de onderscheiding kreeg.
De onderscheiding werd in 1943 in het leven geroepen door dierenliefhebster Mrs. M. E. Dickin, die eerder al het People’s Dispensary for Sick Animals (Volks Consultatiebureau voor Zieke Dieren) had opgericht.
Bij de onderscheiding die Willem van Oranje kreeg hoort een medaille met de tekst ‘For Gallantry, We also serve’: voor dapperheid, wij dienen ook.
Na de oorlog werd Willem van Oranje voor de som van 135 Britse pond gekocht door een duivenmelker en leefde nog tien jaar.