Vernietigde Duitse tank in de Weverstraat in Oosterbeek.

De Britse veteranen zagen zichzelf niet als helden

in Oosterbeek

Door de buitenwereld worden de veteranen die vochten tijdens de slag om Arnhem gezien als helden. Zelf zagen zij zichzelf echter niet zo. Het heroïsche verhaal van de Britse majoor Robert Cain is hier een goed voorbeeld van.

Robert Cain landde als officier van het South Staffords Regiment op maandag 18 september 1944 in de tweede ‘lift’ bij Oosterbeek. Inmiddels was al duidelijk dat de oorspronkelijke plannen om de bruggen bij Arnhem te veroveren in de soep waren gelopen.

Het South Staffords Regiment probeerde zich dinsdag 19 september een weg naar de brug te vechten. Door een overmacht aan Duitse tanks strandde die aanval bij het gemeentemuseum op de Utrechtseweg.

Honderden para’s werden door de Duitsers tijdens de aanval neergeschoten of krijgsgevangen gemaakt. Als hoogste officier wist Cain met een restant van ongeveer honderd man te ontkomen naar Oosterbeek.

Door de desastreuze aanval bij het gemeentemuseum had Cain een intense haat ontwikkeld tegen de Duitse tanks. Hij zag het als zijn belangrijkste taak om er zoveel mogelijk uit te schakelen als mogelijk was.

Tiger tanks
Cain en zijn overbleven mannen verdedigden in Oosterbeek een deel van de oostelijke sector van de Britse perimeter bij de kerk aan de Benedendorpseweg. Twee Duitse Tiger tanks probeerden daar op woensdag 20 september een doorbraak te forceren.

Gewapend met een PIAT antitankgeweer lag Cain in een loopgraaf de tanks op te wachten. Vanuit een huis gaf een luitenant van het Light Regiment de positie van de tanks door aan Cain.

De voorste tank vuurde op het huis en doodde de luitenant, terwijl Cain bijna getroffen werd door de schoorsteen van het huis. Cain hield zijn positie en vuurde op de tank. Die beantwoordde het vuur meteen met zijn machinegeweren.

Hij raakte gewond aan zijn been, maar rende desondanks naar een schuur aan de andere kant van de weg. Van daaruit vuurde hij met zijn PIAT nogmaals op de tank. Die raakte de zijkant van de tank en schakelde de tank uit. De bemanning die de tank verliet werd door andere Britse soldaten neergeschoten.

Cain had zijn aandacht inmiddels gericht op de volgende tank. De granaat in zijn anti-tankgeweer ontplofte echter voortijdig. Cain werd verblind door de klap en werd met een zwartgeblakerd gezicht afgevoerd naar een eerste hulppost.

Ter ere van majoor Robert Cain werd in 1981 deze postzegel uitgegeven.

Niet gewond genoeg
Cain was bang dat hij blind was, maar zijn gezichtsvermogen keerde na een half uur weer terug. Tegen het advies van de dokter in verklaarde hij zichzelf weer klaar voor de strijd. “Ik ben niet gewond genoeg”, aldus Cain.

In de dagen die volgden ging majoor Cain, vaak in zijn eentje, met een PIAT op jacht naar Duitse tanks. Op vrijdag 22 september barstten zijn trommelvliezen als gevolg van de constante explosies. Cain stopte watten in zijn oren en ging verder.

Op een gegeven moment was de munitie voor de PIAT’s op was. Cain improviseerde door in plaats daarvan mortiergranaten te gebruiken om tanks uit te schakelen.

Toen Robert Cain op dinsdag 26 september samen met het restant van de Airborne divisie werd geëvacueerd over de Rijn had hij in totaal zes tanks uitgeschakeld, waaronder vier Tiger tanks. Daarnaast had hij ook nog een aantal stuks gemotoriseerd veldartillerie vernietigd.

Victoria Cross
Robert Cain werd voor zijn heldhaftige daden tijdens de Slag om Arnhem beloond met het Victoria Cross: de hoogste Britse onderscheiding.

Jeremey Clarkson (die ja, van Top Gear) maakte een paar jaar geleden een indrukwekkende documentaire over de geschiedenis van het Victoria Cross. Daarin wordt uitgebreid stilgestaan bij de heldendaden van Robert Cain tijdens de Slag om Arnhem.

Clarkson: “Robert Cain was een van de vijf Britse soldaten die na de Slag om Arnhem is onderscheiden met het Victoria Cross, en de enige die het na kon vertellen. Niet dat hij erover vertelde.”

“Ik heb hem helaas nooit ontmoet, en dat is jammer vanwege twee redenen. Op de eerste plaats ben ik gefascineerd door VC-winnaars en op de tweede plaats: ik ben getrouwd met zijn dochter.”

“Zij wist niet eens dat hij een Victoria Cross had gekregen tot na zijn dood. Hij had er niet aan gedacht om dat te zeggen.”

De bescheidenheid van Robert Cain over zijn heldendaden tijdens de Slag om Arnhem staat niet op zichzelf. Alle veteranen zeggen hetzelfde:

“We hebben de slag verloren en door de Slag om Arnhem hebben we de bevolking van Arnhem veel ellende bezorgd.”

Het kostte in 1977 veel overredingskracht om John Frost ervan te overtuigen dat het een goed idee was om de Rijnbrug naar hem te noemen. Frost vond het vanwege het verloop van de Slag bij Arnhem teveel eer.

Pas nadat Frost door zijn voormalige adjudant Freddie Gough was overtuigd, ging hij akkoord.

Sosabowski
Een goed voorbeeld is ook het verhaal van de Poolse generaal Stanislav Sosabowski.

De Polen werden direct na de slag als zondebok gebruikt voor de nederlaag: als de Polen maar wat beter gevochten zouden hebben, zou de slag gewonnen zijn. Onzin natuurlijk, maar het heeft een tijd geduurd voordat de Polen eerherstel kregen.

Sosabowski werd echter in december 1944 ontheven van zijn functie als commandant van de Poolse parachutistenbrigade. Na de oorlog ging Sosabowski in Engeland werken in een fabriek. Hij overleed in 1967.

Pas tijdens de uitvaart, toen werd stilgestaan bij het verleden van Sosabowski, hoorden zijn collega’s uit de fabriek dat hij tijdens de oorlog als generaal had gevochten tijdens de Slag om Arnhem.

Post Scriptum:
Hieronder de gehele documentaire die Jeremy Clarkson maakte over het Victoria Cross. Hoewel de documentaire meer zaken belicht, wordt uitgebreid stilgestaan bij de Slag om Arnhem en de rol die majoor Robert Cain daarin speelde.