Luitenant John Grayburn was een van de vijf Britse soldaten die tijdens de Slag om Arnhem een Victoria Cross verdiende: de hoogste Britse militaire onderscheiding.
Luitenant Grayburn was een van de 700 Britse airbornes die tot en met woensdag 20 september de noordelijke oprit van de Rijnbrug verdedigde. Op woensdag 20 september kwam Grayburn om het leven onder de oprit van de Rijnbrug toen hij door machinegeweervuur van een Duitse tank werd neergeschoten.
Voorafgaand aan zijn overlijden was Grayburn al een paar keer gewond geraakt tijdens gevechten met de Duitsers. Die verwondingen waren voor Grayburn geen reden om de strijd te staken.
John Grayburn was onderdeel van het 2e Bataljon van de 1st Parachute Brigade onder leiding van kolonel John Frost. Samen met de rest van het bataljon bereikte hij op zondagavond 17 september 1944 de Rijnbrug.
Eerste keer gewond
De Britten ontdekten al snel dat de brug zelf verdedigd werd door Duitse soldaten. In een poging de Duitsers uit te schakelen, leidde Grayburn zijn peloton die avond bij een aanval op de brug. Bij die aanval raakte Grayburn gewond aan zijn schouder.
Ondertussen hadden de Britten geconcludeerd dat het Duitse vuur te hevig was. De Britten werden beschoten door een paar 20 mm kanonnen en het machinegeweer van een pantserwagen. De airborne-soldaten trokken zich terug.
Samen met de soldaten van zijn peloton bezette Grayburn een van de huizen aan de noord-oostkant van de Britse sector. Gedurende de volgende 24 uur deden de Duitsers, ondersteund door tanks en mortieren, verschillende pogingen om de Britten uit het huis te verdrijven, maar onder leiding van Grayburn hielden de airborne-soldaten stand.
Uit de voordracht voor het Victoria Cross:
“Het huis stond vrijstaand en was moeilijk te verdedigen. Het feit dat het niet aan de vijand ten prooi viel, moet worden toegeschreven aan luitenant Grayburn’s grote moed en inspirerende leiderschap. Hij stelde zichzelf voortdurend bloot aan het vuur van de vijand terwijl hij zich tussen zijn peloton bewoog en zijn soldaten aanmoedigde. Hij leek zich totaal niet bewust te zijn van het gevaar.”
De dag erna probeerden de Duitsers opnieuw om het huis te veroveren, maar net als de dag ervoor werden alle aanvallen onder leiding van Grayburn afgeslagen. De Duitsers zetten hierna met brisantgranaten het huis in brand, waarna het huis uiteindelijk geëvacueerd moest worden.
Ten aanval
In de ochtend van woensdag 20 september trok Grayburn met een aantal van zijn soldaten ten aanval om te voorkomen dat de Duitsers iets verderop een paar huizen zouden bezetten. De verraste Duitsers trokken zich terug.
Even later waren de Duitse troepen echter terug, ondersteund door tanks. Door het hevige vuur van de tanks was Grayburn gedwongen om zijn positie te verlaten. De Duitsers rukten op en probeerden onder de oprit van de Rijnbrug aan de Marktstraat explosieven te plaatsen om de oprit te vernietigen in het geval XXX Corps naar Arnhem wisten door te stoten.
Grayburn leidde een aanval om de Duitsers tijdelijk terug te slaan. De aanval slaagde en de explosieven werden door de Britten verwijderd. Bij deze aanval raakte Grayburn opnieuw gewond. Dit keer werd hij in zijn rug geraakt, maar Grayburn weigerde het strijdtoneel te verlaten.
Toen de Duitsers even later terugkeerden, wederom ondersteund door tanks, stond Grayburn op om zijn troepen het bevel te geven zich terug te trekken. De tank stond slechts enkele meters van hem vandaan en opende daarop het vuur met zijn machinegeweren. Grayburn werd dodelijk getroffen.
Uit de voordracht voor het Victoria Cross:
“Gedurende een periode van meer dan drie dagen, leidde luitenant Grayburn zijn mannen met grootse dapperheid en vastberadenheid. Het lijdt geen twijfel dat de Arnhemse brug nooit had kunnen worden vastgehouden zonder de inspirerende leiding en persoonlijke moed van deze officier.
Luitenant John Grayburn ligt begraven op de Airborne begraafplaats in Oosterbeek.
De vijf Victoria Crosses tijdens de Slag om Arnhem werden toegekend aan:
Luitenant John Hollington Grayburn
Flight Lieutenant David Samuel Anthony Lord
Lance-sergeant John Baskeyfield
Kapitein Lionel Queripel
Majoor Robert Henry Cain.