Lang niet alle Britse soldaten die op zondag 17 september waren geland bij Wolfheze, waren na de landing naar Arnhem opgetrokken. Een deel van de Britten ging juist naar het westen. De King’s Own Scottish Borders (KOSB) en het Border Regiment hadden de taak gekregen om de landingsterreinen te beschermen waar op maandag 18 september de rest van de Britse Luchtlandingsdivisie zou landen.
In de vroege ochtend van maandag 18 september moesten de Britten hier zware gevechten leveren. Tot hun verbazing vochten de Britten tegen Nederlanders.
De King’s Own Scottish Borderers en het Border-regiment lagen verspreid over een enorm gebied, dat zich uitstrekte tot aan Ede. Dat was nodig om alle landingsgebieden te beschermen tegen de geringe tegenstand die verwacht werd. Nog voor zonsopgang op maandag 18 september, rond 5 uur ’s ochtends, werden posities van de Britten aangevallen door grote hoeveelheden SS-ers.
Dit waren soldaten van SS-Wachbataillon Nordwest, dat hoofdzakelijk bestond uit Nederlandse SS-vrijwilligers. Naast Nederlanders maakten ook enkele Oekraïners onderdeel uit van het bataljon, dat als belangrijkste taak de bewaking van concentratie- en doorvoerkampen had. Het bataljon wordt ook wel aangeduid met de naam van de commandant: Bataljon van Helle.
Het Nederlandse SS-bataljon, 600 man sterk, had na de landingen van de Britten van SS-generaal Rauter de opdracht gekregen om vanuit Amersfoort op te rukken naar Arnhem om ten westen van de stad de strijd met de paratroopers aan te gaan.
Ongeregelde troep
De kwaliteit van dit bataljon was niet sterk, aldus de website Waffen-ss.nl. De soldaten waren op alle mogelijke wijzen bij elkaar gesprokkeld: via advertenties maar ook door actieve werving. Het werkterrein van de ronselaars strekte zich uit van psychiatrische inrichtingen tot gevangenissen. Na de oorlog werd SS-Wachbataillon Nordwest door Lou de Jong aangeduid als “een bandeloze, ongeregelde troep”.
Het Nederlandse SS-Bataljon was in de late avond van 17 september in Ede aangekomen. Na verschillende verkenningspatrouilles vielen de SS-ers rond vijf uur ’s ochtends verschillende posities van de Britten bij de Ginkelse Heide aan.
Commandant Helle van het SS-bataljon was ten onrechte in de veronderstelling dat er maar weinig Britse soldaten rond de Ginkelse Heide in stelling lagen. Zijn adjudant vond dat ze de Britse posities moesten aanvallen voor er versterkingen zouden arriveren. Helle was het daarmee eens.
De ‘Slag om de Ginkelse Heide’ werd een bloedbad waarbij met name aan de kant van het SS-Bataljon veel slachtoffers vielen.
Net zoals de Duitsers in Arnhem al ontdekt hadden, kwamen ook de Nederlandse SS-ers er al snel achter dat de paratroopers voldoende wapens bij zich hadden waarmee ze Duitse pantserwagens en tanks konden uitschakelen. Drie pantservoertuigen van Wachbataillon Nordwest werden door de Britten vernietigd.
In man-tegen-mangevechten en bajonet-aanvallen waren de elite-troepen van de Britse Airborne Divisie veel sterker dan de Nederlandse SS-ers, die niet waren opgeleid om te vechten. Het SS-Bataljon leed zware verliezen. Achteraf is komen vast te staan dat maar liefst tweehonderd SS-ers die dag in het gevecht zijn uitgeschakeld. Ongeveer hetzelfde aantal had de benen genomen.
Toch hadden de verspreid liggende Britse troepen het moeilijk onder de toenemende druk. Een geïsoleerd Brits peloton van de KOSB was afgesneden van de hoofdmacht. Omdat het peloton via de radio geen contact kon maken met de rest van de KOSB om om versterkingen te vragen, moest het peloton zich uiteindelijk overgeven. Vanaf deze plek, aan de rand van het landingsterrein, konden de Nederlandse SS-ers even later schieten op de Britse paratroopers terwijl die machteloos aan hun parachute omlaag zweefden.
De druk op de Britse posities werd verergerd toen rond 11 uur ’s ochtends aanvallen vanuit de lucht werden uitgevoerd door Duitse gevechtsvliegtuigen. De aanvallen zorgden niet voor veel slachtoffers, maar de lichtspoormunitie van de vliegtuigen zorgde ervoor dat er op de heide branden ontstonden, precies op de plek waar de parachutisten en de zweefvliegtuigen moesten landen.