Er zijn zelfs zoveel decennia na afloop nog verschillende mythes in omloop over de Slag om Arnhem. Eén van die mythes is dat de Duitsers op de eerste dag dan Operatie Market Garden tientallen tanks in de buurt van Arnhem hadden. De lichtbewapende Britse troepen waren daar niet tegen opgewassen.
Op zondag 17 september 1944, de eerste dag van Operatie Market Garden, lagen er twee SS Pantser Divisies in de buurt van Arnhem. In Apeldoorn, Dieren, Zutphen en Doetinchem waren ongeveer 7.000 SS-soldaten gelegerd van de 9e SS Pantser Divisie Hohenstaufen en de 10e SS Pantsers Divisie Frundsberg.
Doorgegeven door het verzet
De aanwezigheid van de twee Duits pantserdivisies was een week voor aanvang van Market Garden door het verzet in Nederland doorgegeven aan de Britten. Die concludeerde dat de informatie van het verzet niet kon kloppen.
De geallieerde legers van Montgomery hadden een maand ervoor beide pantserdivisies bij Falaise in Frankrijk omsingeld en vervolgens vernietigd. Als er al onderdelen van de 9e en 10e SS Pantser Divisies in de buurt van Arnhem gelegerd waren, dan kon dat na de vernietiging bij Falaise niet veel meer voorstellen.
In werkelijkheid hadden de twee SS-divisies bij Falaise weliswaar zware klappen opgelopen, maar vernietigd waren ze niet. In totaal hadden meer dan 7.000 geharde SS-veteranen de vernietiging door de geallieerden overleefd. De restanten van de divisies waren naar Nederland overgebracht om bij te komen en opnieuw uitgerust te worden.
Het wegwuiven van de waarschuwingen van het verzet in Nederland over de aanwezigheid van de 9e en 10e Pantser Divisie stond niet op zichzelf. De Britten hadden in september 1944 het idee dat het Duitse leger op het punt van instorten stond en alle informatie die niet strookte met dat beeld, werd niet serieus genomen.
Er zijn in de week voor het begin van Market Garden meer signalen bij de Britten binnengekomen dat er in Nederland meer Duitse troepen aanwezig dan alleen de “kinderen en oude mannen” die de plannenmakers dachten. Ook die signalen werden genegeerd.
Tanks in Arnhem
Een dag na de luchtlandingen, op maandag 18 september, kregen de Britten bij de opmars naar Arnhem voor het eerst te maken met tanks. Jarenlang heerste er bij iedereen het beeld dat de tanks die bij de gevechten tijdens de Slag om Arnhem opdoken bij die twee pantserdivisies hoorden.
De tientallen foto’s van vernietigde Duitse tanks in Arnhem en Oosterbeek lijkt het beeld te bevestigen dat de aanwezigheid van de twee zwaarbewapende SS Pantser Divisies funest bleek voor de Britse airbornetroepen. Toch is dat niet het geval.
Generaal Bittrich, die het bevel voerde over de twee Duitse divisies, heeft na de oorlog verklaard dat zijn troepen tijdens de Slag om Arnhem bijna geen tanks meer over had. Vrijwel al zijn tanks en Sturmgeschütze waren tijdens de veldslag bij Falaise door de geallieerden vernietigd.
Bittrich had bij het begin van de luchtlandingen de beschikking over in totaal vijf tanks en Sturmgeschütze, waarvan er drie inzetbaar waren. De meeste pantservoertuigen waar hij daarnaast de beschikking had, waren afkomstig van de 9e SS-Aufklärung-Abteilung van Sturmbahnführer Viktor Grabner.
De colonne van meer dan twintig voertuigen van Grabner werd overigens op maandag 18 september volledig kapot geschoten door de Britse soldaten bij de Rijnbrug.
Waar kwamen de tanks vandaan?
De paar tanks waar Bittrich bij het begin van de gevechten de beschikking over had, werden op maandag 18 september voor het eerst ingezet tegen het bataljon van John Frost bij de Rijnbrug. Tot die tijd speelden tanks geen enkele rol in de gevechten in Arnhem.
Maar waar kwam de rest van de de tientallen tanks tijdens de Slag om Arnhem werden dan vandaan? Het antwoord daarop begint bij veldmaarschalk Walter Model.
Model was de hoogste Duitse bevelhebber in Nederland. Toevallig had hij zijn onderkomen gehad in Oosterbeek. Na de luchtlandingen vluchtte Model naar het hoofdkwartier van generaal Bittrich in Doetinchem. Model, die bekend stond om zijn improvisatietalent, gaf vanuit Doetinchem het bevel om alle mogelijke pantsereenheden die de Duitsers konden missen naar Nederland te sturen.
Via Blitztransporte werden in heel Duitsland tank-afdelingen op de trein gezet. Deze Blitztransporte hielden in dat de treinen met tanks voorrang kregen boven al het andere treinvervoer. Er werden zelfs Duitse tankeenheden uit Denemarken en Oostenrijk naar Nederland gestuurd.
Die kwamen niet alleen aan in Arnhem. Een deel van de Duitse tanks werd naar Noord-Brabant gestuurd, waar ze gedurende Operatie Market Garden werden ingezet om de weg naar Nijmegen en Arnhem te bezetten om te voorkomen dat de geallieerden troepen en materieel naar het noorden konden sturen.
Naast tanks, stuurde Model ook tientallen Flak-afdelingen, artillerie-eenheden en mortier-afdelingen naar de gevechten in Arnhem om af te rekenen met de Britse airborne-troepen.
De aanwezigheid van zoveel zware wapens in Arnhem en Oosterbeek had dus niets te maken met de aanwezigheid van de twee Duitse pantserdivisies. Ze waren het gevolg van de snelle reactie van de Duitse legerleiding om de Britten bij Arnhem te verslaan.