Een deel van de Poolse Luchtlandings Brigade landde op dinsdag 19 september bij Arnhem. De Polen kwamen terecht midden in hevige gevechten tussen de Britten en de Duitsers rond het landingsterrein.
Oorspronkelijk zou de gehele 1e Poolse Luchtlandings Brigade die dag landen bij Arnhem. Maar omdat het weer op de meeste vliegvelden in Engeland te slecht was, bleef het grootste gedeelte van de Poolse paratroopers op dinsdag 19 september aan de grond. Het was voor de logge en trage C-47 transportvliegtuigen onveilig om op te stijgen en in formatie te vliegen.
Alleen 44 zweefvliegtuigen met aan boord de Poolse anti-tank compagnie en Britse troepen die door verschillende omstandigheden niet in Arnhem waren terecht gekomen, stegen op vanaf zuidelijke vliegvelden waar het weer opklaarde. Lang niet al deze vliegtuigen bereikten Arnhem.
“We konden niet anders dan verbijsterd toekijken hoe onze vrienden een wisse dood tegemoet gingen.”
Door problemen moesten zeven horsa-zweefvliegtuigen in Engeland, op de Noordzee of in België al een noodlanding maken. Boven Nederland kreeg één zweefvliegtuig een voltreffer van Duits luchtafweer, terwijl luchtafweer bij zes andere horsa’s de sleepkabel kapot schoot.
Uiteindelijk bereikten dertig zweefvliegtuigen landingszone LZ-L, ten zuiden van de Amsterdamseweg en ten noorden van Oosterbeek. Tegenwoordig vinden we op de plek van deze landingszone de golfclub van Papendal.
Iets ten oosten van de Poolse landingszone, was die ochtend zwaar gevochten tussen de Britse 4th Parachute Brigade en Duitse troepen. De zwaarbewapende Duitsers van de 9e SS Pantser Divisie hadden de Britten zware verliezen toegebracht en aan het begin van de middag werd daarom het restant van de 4th Parachute Brigade teruggetrokken naar het zuiden, naar de relatieve veiligheid van Oosterbeek.
Deze terugtrekking leidde er toe dat de Duitsers hun handen vrij hadden om verder naar het westen op te rukken, waar het bataljon van de King’s Own Scottish Borders (KOSB) het landingsterrein beschermde.
Toen die middag rond 16.00 uur de zweefvliegtuigen naderden, konden de troepen van de KOSB niet voorkomen dat de Duitsers met alles wat ze tot hun beschikking hadden vuurden op de vliegtuigen. De veldprediker van het Regiment Glider Pilots schreef over de landing:
“We konden niet anders dan verbijsterd toekijken hoe onze vrienden een wisse dood tegemoet gingen. Gekweld zagen we het vreselijke drama. Het was extreem heldhaftig. Het drong nu tot ons door dat we op zwaar verzet stuitten.”
Chaos
Omdat de landing van de Polen gepaard ging met de terugtrekking van het 10e Bataljon van de 4th Parachute Brigade, leidde dat al snel tot chaotische taferelen. Troepen van het 10th Battalion trokken zich door het open veld terug terwijl om hen heen de zweefvliegtuigen werden uitgeladen en er door Duitse troepen werd geschoten.
“Het was een regelrechte hel”, aldus majoor Lindley van het 10de Bataljon. “De Duitsers hadden het open terrein omsingeld met luchtdoelgeschut en mitrailleurs. De Polen begonnen ineens overal op te schieten.”
Kapitein Nick Hammer: “Bijna brak er paniek uit toen de Duitsers achter ons oprukten. Ik zag een Duits voertuig vanuit het bos op een zweefvliegtuig af rijden. Het vuurde recht in het zweefvliegtuig,. Afschuwelijk om te zien.”
In de verwarring werd van sommige zweefvliegtuigen de lading achtergelaten, terwijl de Britten en Polen zich terugtrokken in zuidelijke richting.
Aan de noordkant van het landingsterrein kwam A Company van de KOSB op dat moment in de problemen. Meteen na de landing van de zweefvliegtuigen had de compagnie zich moeten terugtrekken in zuidelijke richting. Door onbekende oorzaak liepen de Britten echter naar het oosten, evenwijdig aan de Amsterdamseweg.
Soldaat Wilf Bell beschrijft wat er toen gebeurde:
“Plotseling kwamen twee Duitsers, mogelijk officieren, uit de bossen verderop tevoorschijn. Ongeveer 200 meter bij ons vandaan. Ze schreeuwden in het Engels: “Wapens neerleggen!” Daarop liet een groot aantal Duitsers zich opzettelijk zien. Ze waren zwaar bewapend. We waren aan drie kanten ingesloten.”
De meeste soldaten van A Company gaven zich over. Ongeveer dertig Britten die zich in de achterhoede bevonden wisten aan gevangenschap te ontkomen.
Duitse oorlogsfotografen waren er als de kippen bij om de honderden gevangengenomen Britse soldaten van die dag op de foto te zetten. Voor de propaganda-afdeling van de Duitsers waren dit welkome beelden na de nederlaag in Normandië: het Duitse leger was nog niet verslagen.
Lees verder: FOTO’S: Duitsers nemen honderden Britten krijgsgevangen.