De Britse generaal Frederick “Boy” Browning was een man die ontegenzeggelijk veel kwaliteiten had. Voorafgaand en tijdens operatie Market Garden waren het echter vooral zijn gebreken die van invloed waren op het verloop van de gevechten.
Onder historici bestaat grote consensus over het feit dat de beslissingen van Browning in hoge mate hebben bijgedragen aan het mislukken van Market Garden.
Browning was een beroepsmilitair die na zijn opleiding aan de privéschool van Eton in 1914, vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, naar de Royal Military College Sandhurst was gegaan. Na het voltooien van zijn opleiding werd hij als tweede luitenant naar het westfront gestuurd. Daar diende hij onder meer als officier onder majoor Winston Churchill.
Wegens betoonde moed werd Browning in december 1917 onderscheiden met de Distinguished Service Order en met de Franse onderscheiding Croix de Guerre.
Na het einde van de Eerste Wereldoorlog vervulde Browning verschillende functies in het Britse leger als officier. In 1928 deed hij als bobsleeër mee met de Olympische Spelen en in 1932 trouwde Browning met schrijfster Daphne du Maurier.
1e Britse luchtlandingsdivisie
In 1941 besloot de Britse legerleiding dat ook het Britse leger haar eigen luchtlandingsdivisie moest hebben. Browning werd bevelhebber van deze 1e Britse luchtlandingsdivisie.
In die rol bedacht hij de kenmerkende maroon-kleurige baretten van de divisie en was hij betrokken bij het ontwerp van het bekende Pegasus-logo.
Tijdens operatie Torch in Noord-Afrika en operatie Husky in Italië speelde de 1e Britse luchtlandingsdivisie een belangrijke rol. De Britse parachutisten kregen vanwege hun moed en verbetenheid tijdens deze gevechten door de Duitsers de bijnaam “Rote Teufel”.
Browning zorgde ervoor dat de erenaam “Red Devils” officieel werd toegekend aan de Britse luchtlandingstroepen.
In april 1944 werd Browning benoemd tot commandant van het 1e Luchtlandingskorps. Dit luchtlandingsleger bestond, naast de 1st British Airborne Division, uit de 6th British Airborne Division, de Amerikaanse 82nd Airborne Division en de 101st Airborne Division.
Een brug te ver
Nadat de geallieerde opmars als gevolg van lange aanvoerlijnen eind augustus 1944 stil was gevallen, bedacht generaal Montgomery begin september Operatie Market Garden.
Als commandant van het 1e Luchtlandingskorps was generaal Browning verantwoordelijk voor het uitwerken van het luchtlandingsdeel van de operatie. Zoals veel geallieerde officieren had ook Browning zijn bedenkingen over het slagen van Market Garden. Browning is degene aan wie de uitspraak “een brug te ver” wordt toegeschreven.
Tegen Montgomery had Browning lopen opscheppen dat ‘zijn’ para’s van de 1st Airborne Division het in Arnhem wel vier dagen konden uithouden tegen de Duitsers. Maar tegen generaal Urquhart bekende Browning later dat hij daar wel aan had toegevoegd: “But I think we might be going a bridge too far.”
Ondanks zijn bedenkingen werkte Browning het luchtlandingsplan verder uit. Daarbij maakte hij een aantal kapitale fouten die het verloop van de gevechten aanzienlijk hebben beïnvloed.
SS-pantserdivisies
De eerste grote fout van Browning was dat hij de signalen negeerde over de aanwezigheid van sterke Duitse eenheden in de buurt van Arnhem. Zowel het Nederlandse verzet als Britse verkenningsdiensten meldden de aanwezigheid van de 9e en 10e SS-pantserdivisie bij Arnhem.
Volgens Browning kon dat niet veel voorstellen omdat de SS-divisies een maand ervoor door de Britten in Frankrijk vernietigd waren. In werkelijkheid bevonden zich ruim 7.000 geharde SS-veteranen in de buurt van Arnhem. Wanneer de inlichtingen over de sterkte van de Duitse troepen beter op waarde was geschat, was Market Garden waarschijnlijk anders verlopen.
Verkeerde prioriteiten
Een andere fout die Browning al tijdens de voorbereidingen van Market Garden maakte, was dat de prioriteit werd gelegd bij de 101st Airborne Division. Er waren te weinig transportvliegtuigen om alle drie de luchtlandingsdivisies tegelijkertijd op hun dropzones af te leveren.
Browning koos ervoor om de 101st Airborne Division, die in Brabant zou landen, in zijn geheel over te vliegen. De 82nd Airborne Division die bij Groesbeek zou landen zou in twee dagen worden overgezet. De Britse 1st Airborne Division zou samen met de Poolse Parachutisten Brigade in drie dagen ten westen van Arnhem landen.
Browning legde de prioriteit bij de 101st Airborne Division omdat die het dichtst in de buurt van het front zou landen, waardoor de Duitse tegenstand hier het grootste werd geacht.
De Duitse Wehrmacht heeft na de Slag om Arnhem een uitgebreide studie gemaakt van de fouten die door de Britten zijn gemaakt. Volgens de Duitsers was het besluit om in Brabant wel de gehele 101st Airborne Divisie te laten landen, maar in Arnhem slechts een deel van de Britse Airborne Divisie de grootste stommiteit.
Als de Duitsers het plan hadden uitgevoerd, hadden ze het omgedraaid. De 101st Airborne Divisie, die het dichtst bij de grondtroepen gedropt zou worden en dus het snelst ontzet zou worden, zou door de Duitsers in meerdere lifts gedropt zijn.
De Britse Airborne Divisie zou door de Duitsers in één keer, in zijn geheel, bij Arnhem geland zijn. Zij waren het verst van de grondtroepen verwijderd en zouden het langst stand moeten houden voor zij ontzet zouden worden.
Bovendien zorgde het besluit om de landing van de Britse en Poolse troepen bij Arnhem over meerdere dagen te verspreiden ervoor dat slechts een deel van de gelande parachutisten kon oprukken naar Arnhem. Een groot deel van de troepen moest achterblijven om de landingszones bezet te houden. Op zondag 17 september 1944 waren daardoor slechts drie bataljons, 2.500 man, beschikbaar om Arnhem te bezetten.
Browning wil mee
Browning was tijdens de oorlog nog niet in de buurt van het front geweest, wat hij dolgraag wilde. Als Market Garden eindigde in een succes, was de oorlog met kerst 1944 voorbij. In de ogen van Browning was dit de laatste kans om zijn deel van de actie mee te maken. En dus wilde Browning, samen met zijn hoofdkwartier van 500 man, mee naar Nijmegen.
Er was feitelijk geen zinvolle reden voor Browning om zijn hoofdkwartier naar Nijmegen te vliegen. Leiding geven aan Market Garden had net zo goed, misschien wel beter, gekund vanuit Engeland. Maar Browning zette zijn zin door. De 38 vliegtuigen die werden opgeofferd om het hoofdkwartier van Browning naar Nijmegen te brengen, waren veel nuttiger geweest als de Britse Airborne Divisie ze had kunnen gebruiken om op zondag 17 september meer soldaten te laten landen bij Wolfheze.
Geen prioriteit voor de Waalbrug
De Amerikaanse generaal Jim Gavin stond aan het hoofd van de 82nd ‘All American’ Airborne Division die bij Groesbeek landde. Gavin had als belangrijkste taak om de Waalbrug bij Nijmegen in te nemen en bezet te houden tot de geallieerde grondtroepen Nijmegen bereikten.
Als hoofd van het 1e Luchtlandingskorps was generaal Browning echter de meerdere van Gavin. En Browning was met zijn hoofdkwartier samen met de 82nd Airborne Division bij Groesbeek geland. Na de landing gaf hij Gavin een heel ander lijstje met prioriteiten mee. Er zat voor Gavin niets anders op dan de bevelen van zijn meerdere te volgen.
De Amerikanen moesten van Browning eerst de heuvels bij Groesbeek bezetten. Het tweede doel was de brug bij Grave over de Maas. Het derde doel waren drie bruggen in Nijmegen over het Maas-Waalkanaal. Helemaal onderaan de prioriteitenlijst van Browning stond de verovering van de Waalbrug.
Pas in de avond van 17 september was generaal Gavin daardoor in staat om twee compagnieën naar de Waalbrug te sturen. De Waalbrug werd op dat moment door verse Duitse versterkingen met pantserwagens zwaar verdedigd. Wanneer Gavin meteen na de landing was opgetrokken naar de Waalbrug, had hij de brug vrijwel onverdedigd aangetroffen en eenvoudig voor de geallieerden kunnen veilig stellen.
Nu duurde het tot in de avond van woensdag 20 september, drie dagen later, voor de Waalbrug na zware gevechten en honderden doden door de geallieerden veroverd werd.
Polen als zondebok
Kortom: er zijn nog al wat dingen die je Browning kunt verwijten ten aanzien van het verloop van de luchtlandingen tijdens operatie Market Garden. Maar na het terugtrekken van de restanten van de Britse Airbornedivisie uit Oosterbeek, legde Browning de schuld bij de Poolse parachutistenbrigade van generaal Sosabowski.
De nederlaag bij Arnhem was volgens Browning toe te schrijven aan de Polen, die niet goed gevochten hadden. De ‘framing’ van Browning werd overgenomen en decennialang zijn de Polen als zondebok gebruikt om de nederlaag te verklaren.
Inmiddels zijn de Polen volledig gerehabiliteerd en is het Browning die deels verantwoordelijk wordt gehouden voor het mislukken van Market Garden.
Weggepromoveerd
De negatieve rol die Browning tijdens Market Garden had gespeeld was binnen de Britse legerleiding niet onopgemerkt gebleven. Geheel volgens de traditie van het Britse gemenebest werd Browning om die reden weggepromoveerd naar de andere kant van de wereld.
Op 20 november 1944, twee maanden na de Slag om Arnhem, werd Browning benoemd tot chief of staff van Lord Mountbatten. Mountbatten was de commandant die aan het hoofd stond van de geallieerde troepen in zuid-oost Azië.
“I’ve got a pretty awful job”, schreef Browning aan zijn vrouw toen hij hoorde dat hij werd overgeplaatst.
Na de oorlog vervulde Browning nog verschillende (administratieve) functies binnen het Britse leger en was hij onder meer treasurer bij de Hertog van Edinburgh. Browning overleed op 14 maart 1965 op 68-jarige leeftijd.
Browning heeft na de oorlog nooit gesproken over het verloop van operatie Market Garden.