Vanuit zijn huis op de hoek van de Jansstraat met de Jansplaats maakte P. J. de Booys in de herfst van 1944 een foto van plunderingen door Duitse soldaten.

Evacuatie: niet alle Arnhemmers vertrekken uit de stad

in Arnhem/evacuatie/Na de slag

De Duitse legerleiding had weliswaar op 23 september het bevel uitgevaardigd dat Arnhem geëvacueerd moest worden, maar slechts weinig mensen weten dat lang niet alle inwoners van de stad gaven gehoor aan de oproep om de stad voor maandag 25 september om 20.00 uur te verlaten.

Het bevel tot evacuatie gold overigens niet voor de gehele stad. Volgens de Duitsers lagen de wijken Alteveer en de Geitenkamp ver genoeg van ‘Kampfstadt Arnheim’ af. Inwoners van deze wijken mochten dus blijven. Overigens moesten de inwoners van Alteveer op 5 november alsnog hun huis verlaten van de Duitsers.

Maar in de rest van de stad moesten de inwoners op last van de Duitsers wel vertrekken. Toch bevonden zich na de evacuatie van Arnhem naar schatting nog een paar honderd Arnhemmers in de stad. Daaronder waren niet alleen gezagsdragers, en medewerkers van hulp- en nutsdienten. Ook een aantal ‘gewone’ Arnhemmers lapte het evacuatiebevel aan zijn laars.

Zo had bijvoorbeeld een aantal bewoners van de Taklaan in Klarendal besloten om gewoon te blijven. Onder de bewoners bevonden zich ook een bakker en een slager. Brood en vlees werd gratis uitgedeeld aan de achterblijvers. Wel werd genoteerd wie wat kreeg. Na de oorlog zou er worden afgerekend, hadden de bewoners afgesproken.

Het buurtje met achterblijvers rond de Taklaan bleef niet lang bestaan. Na twee weken vonden de Duitsers het welletjes en bevalen ze de achtergebleven bewoners van de Taklaan dat ze de stad moesten verlaten.

Joodse onderduikers
Onder de Arnhemmers die achterbleven bevonden zich een aantal ‘bekende Arnhemmers’. Hoteleigenaar en vermaard biljartkampioen Jan Dommering bleef thuis in de Bovenbeekstraat. Ook verzetsman Johan Penseel en fotograaf P. J. de Booys gaven geen gehoor aan de oproep tot evacuatie.

Fotograaf De Blooys maakte in het najaar van 1944 stiekem foto’s van de grondige plunderingen door de Duitse bezetters. Na de oorlog is een deel van die foto’s verzameld in het boek ‘Door de lens van De Booys’.

De Duitsers traden in principe niet hard op tegen de bewoners die in de stad waren achtergebleven. Wel probeerden ze de achterblijvers te ontmoedigen door om de paar weken nieuwe ‘Bescheinigungen‘ uit te vaardigen.

Na de evacuatie van Arnhem werd er regelmatig door de stad gepatrouilleerd door Duitse soldaten. Achterblijvers die dan door de Duitsers werden staande gehouden zonder de juist ‘Bescheinigung’ op zak, hadden een probleem.

Geitenkamp
De evacuatie had grote en ingrijpende gevolgen voor de Joodse Arnhemmers die in de stad ondergedoken zaten. Door de evacuatie moesten zij nu op zoek naar een nieuwe onderduikplek, terwijl zij als Joodse Arnhemmer groot gevaar liepen als zij op straat door een Duitser of een Nederlandse NSB-er zouden worden aangehouden. Uiteindelijk lukte het de meeste Joodse Arnhemmers om ergens anders een onderduikplek te vinden.

Op 1 december 1944 was het gedaan met de vrijheid van de Arnhemmers die in de stad waren achtergebleven. De Kampfkommandant van Arnhem beval dat alle inwoners van Arnhem onmiddellijk naar de Geitenkamp moesten en dat tot arrestatie zou worden overgegaan als dat bevel niet werd opgevolgd.

Een aantal Arnhemmers die in de stad was achtergebleven had een officiële functie, omdat ze lid waren van een van de hulpdiensten of werkten bij een nutsbedrijf. Daaronder bevonden zich ook redelijk wat NSB-ers. Ook zij werden verplicht om naar de Geitenkamp te verkassen.

Doordat de NSB-ers in de Geitenkamp terecht kwamen, is na de oorlog ten onrechte het beeld ontstaan dat de Geitenkamp een ‘NSB-wijk’ was. Veel mensen dachten ten onrechte dat de Geitenkamp niet geëvacueerd was omdat er alleen maar NSB-ers zaten.

Pas de laatste jaren is dat beeld bijgesteld. Ja, in de Geitenkamp zaten aan het eind van de oorlog veel NSB-ers, maar óók alle oorspronkelijke bewoners van de Geitenkamp woonden er nog. Onder hen bevonden zich vrijwel geen NSB-ers.

Tip!

Ga naar Boven

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten