Terwijl in Engeland de plannen voor Market Garden werden opgesteld, had de Duitse legerleiding zo zijn eigen gedachten over de manier waarop de geallieerden begin september zouden willen oprukken. Veldmaarschalk Walter Model, de Duitse opperbevelhebber in het gebied, was er vast van overtuigd dat de geallieerden ten oosten van Roermond zouden proberen om door de Siegfriedlinie heen te breken.
In augustus 1944 stortte het Duitse front in Frankrijk volledig in elkaar. Duitse troepen vluchtten naar het noorden en oosten, terwijl zij door de geallieerden achtervolgd werden. Eind augustus kwam aan die vlucht een eind. De geallieerde troepen zaten zonder brandstof en munitie. Gedwongen door hun lange aanvoerlijnen waren ze gedwongen om tijdelijk halt te houden.
De Duitse SS-generaal Rauter heeft na de oorlog verklaard dat er op dat moment in de Duitse linies grote gaten zaten.
“Het Duitse 15e leger zat vast bij de kust in Zeeland. De andere troepen vluchtten weg in oostelijke richting. Tussen beiden gaapte een onbezette strook die ieder uur breder werd. Als Montgomery het had gedurfd, had hij tot Amsterdam kunnen doorlopen, zonder op enige tegenstand te stuitten.”
De geallieerden hielden echter halt aan de Belgisch-Nederlandse grens. De Duitsers gebruikten die adempauze om de Duitse verdedigingslinie te herstellen. Terwijl de Duitsers daarmee bezig waren, en de geallieerde troepen opnieuw werden uitgerust, vroeg men zich aan de Duitse kant af wat de geallieerden in hun schild voerden.
De Engelsen en Amerikanen waren op dat moment bezig met de voorbereidingen van Operatie Market Garden, maar de Duitse legerleiding dacht dat de geallieerden andere plannen hadden. Luchtlandingen bij Arnhem en Nijmegen achtte veldmaarschalk Walter Model niet realistisch. Arnhem lag volgens de Duitse legerleiding te ver van het front.
“We zouden de luchtlandingstroepen allang vernietigd hebben voor de geallieerde grondtroepen ze zouden kunnen ontzetten”, heeft Model een paar dagen voor het begin van Operatie Market Garden daarover nog gezegd tegen generaal Rauter, die zijn onderkomen had in Arnhem.
Maar de Duitsers waren er wél van overtuigd dat luchtlandingstroepen een belangrijke rol zouden spelen in de geallieerde aanval die op stapel stond. Dat was geen vreemde conclusie. De Duitsers wisten dat zich in Engeland een indrukwekkend luchtlandingsleger bevond, dat bestond uit maar liefst uit vier luchtlandingsdivisies. De Amerikanen hadden de 82e en de 101e Airborne Division in Engeland paraat, terwijl bij de Britten de 1e en 6e Airborne Division klaar stonden. Samen vormden de ruim 40.000 elitetroepen van deze divisies het 1e Geallieerde Luchtlandings Leger.
De Duitsers wisten bovendien uit ervaring dat de geallieerden graag gebruik maakten van deze elite-troepen. Landingen van airborne-troepen waren een onderdeel geweest van alle grote geallieerde operaties van de jaren ervoor: Noord-Afrika, Sicilië en D-Day. Het zou raar zijn als de airborne-divisies nu niet gebruikt zouden worden, concludeerde veldmaarschalk Model.
Model dacht dat het 2e Britse leger, dat zich op dat moment bij Neerpelt bevond aan de Belgisch-Nederlandse grens, in eerste instantie zou oprukken naar het noorden. De hoofdmacht zou dan bij Roermond over de Maas naar het oosten gaan en daar de zwak verdedigde Siegfriedlinie aanvallen. Ongeveer bij Düsseldorf zou het 2e Britse leger de Rijn bereiken.
Op dat moment zouden de luchtlandingsdivisies ten oosten van de Rijn bij Düsseldorf worden afgeworpen, dacht Model. De airborne-troepen zouden aan de oostkant van de Rijn bij Düsseldorf een bruggenhoofd vormen terwijl geallieerde genietroepen baileybruggen over de Rijn zouden maken, zodat tanks konden optrekken.
Model was er zo van overtuigd dat dit de manier was waarop de geallieerden zouden aanvallen, dat hij op 14 september 1944 zijn melding goot in een denkbeeldige order van Eisenhower, die ongeveer als volgt luidde:
“Het 2e Britse leger zal zijn onderdelen concentreren aan het Albertkanaal en aan het Schelde-Maaskanaal. Op zijn rechtervleugel zal het een aanvalsmacht vormen, grotendeels bestaande uit pantsertroepen. Na het forceren van een Maasovergang, zal het een operatie lanceren om door te breken naar de Reinisch-Westphalische Industrie streek, met de hoofdrichting op Roermond.
Om de noordflank te beschermen, zal de linkervleugel van dit leger de Waal bij Nijmegen afsluiten, en dus de voorwaarden scheppen om de Duitse troepen af te snijden die nu nog in de kuststreek zijn.
In samenwerking met deze operaties zal een massale landing van Fallschirmjäger van het 1e Geallieerde Airborne Leger op een later vast te stellen datum plaatshebben ten noorden van de Lippe in de streek ten zuiden van Munster.”
Uit dit bericht, dat Model een paar dagen voor Market Garden naar zijn troepen zond, blijkt dus duidelijk dat er door de Duitsers rond Arnhem en Nijmegen geen grote operaties verwacht werden. Om die reden koost Model ervoor om zijn hoofdkwartier te vestigen in het rustige en lieflijke Oosterbeek: ver weg van de vijand, achter drie brede rivieren…
Lees ook:
De weg naar Market Garden: augustus 1944
Zoals achteraf bleek, was Market Garden veel te ambitieus. Achteraf is er veel kritiek geweest op de veel te optimistische houding van de geallieerde legerleiding. Maar als je kijkt naar de militaire situatie aan het westelijk front in augustus 1944, dan is het optimisme van de geallieerden wel te begrijpen. Lees verder…
De weg naar Market Garden: Operatie Comet
“Godzijdank werd Comet afgeblazen. Het zou een ramp zijn geworden.” Het oordeel van generaal Roy Urquhart over Operatie Comet liegt er niet om. Urquhart en de Poolse generaal Stanislav Sosabowski waren fel tegenstander van het plan dat ten grondslag lag aan Operatie Market Garden. Lees verder…
De weg naar Market Garden: Arnhem voor september 1944
Er zijn voldoende steden in Nederland waar de Tweede Wereldoorlog amper sporen heeft nagelaten. Arnhem is door Operatie Market Garden zwaar getroffen door het oorlogsgeweld, maar ook voor de gevechten van september 1944 ging de oorlog aan Arnhem niet ongemerkt voorbij. Lees verder…