Terwijl de situatie van de restanten van de Britse Airborne Divisie in Oosterbeek op zaterdag 23 september steeds hachelijker werd, was de Duitse legerleiding nog niet van overtuigd van een goede afloop.
De Duitsers wisten dat de Britten in Oosterbeek nog maar een kwart van de gevechtssterkte hadden die ze bij de landing op 17 september hadden en dat de Britten grote moeite hadden om stand te houden in het bruggenhoofd aan de noordkant van de Rijn bij Oosterbeek.
De Rijnbrug hadden de Duitsers weten te heroveren op de Britse airborne-troepen, maar de brug bij Nijmegen was verloren gegaan. In het gebied tussen Arnhem en Nijmegen hadden de Duitsers een sterke verdedigingslinie opgeworpen die van de spoordijk bij Arnhem liep naar Elst, en van daaruit verder in de richting Bemmel.
Ruim 900 Poolse parachutisten en de voorste stoottroepen van XXX Corps bevonden zich echter aan de zuidkant van de Rijn tegenover de Britse perimeter. De Duitsers hielden er rekening mee dat de geallieerden hier een grote oversteek over de rivier zouden maken, om van hier uit het bruggenhoofd aan de noordkant van de Rijn verder uit te bouwen.
De Britten bij Oosterbeek wisten ondanks gebrek aan voedsel en munitie niet van opgeven. Generaal Bittrich had na grote Duitse verliezen bij aanvallen op de Britse perimeter gekozen voor een uitputtingsslag waarbij de Duitsers de Britse posities onophoudelijk bestookten met mortieren en granaten.
Maar die aanpak zinde niet iedereen. Hitler had vanuit zijn hoofdkwartier in Oost-Pruisen al woedend aan het Oberkommando der Wehrmacht gevraagd waarom de Britten bij Oosterbeek nog niet vernietigd waren. Ook het Duitse Oberkommando was bang dat Montgomery via Oosterbeek wilde doorbreken. Bittrich werd vervolgens onder druk gezet om de Britse perimeter zo snel mogelijk te elimineren.
Luchtlanding bij Overasselt
De Duitse veldmaarschalk Walter Model, die verantwoordelijk was voor de Duitse verdediging, vermoedde echter dat de kans groter was dat de geallieerden hun marsroute zouden aanpassen. Model vermoedde dat de geallieerden ten oosten van Nijmegen het Duitse Rijk wilden binnentrekken. Hier omzeilden ze de zo gevreesde Duitse Westwall.
Model dacht dat er een nieuwe grote luchtlandingsoperatie van de geallieerden op stapel stond om het vastgelopen offensief vlot te trekken. Model werd in die gedachte gesteund door luchtlandingen op die dag midden in de Amerikaanse sector bij Overasselt. Daar landde het restant van de Poolse Parachutisten Brigade.
Donderdag 21 september was de gehele Poolse Parachutisten Brigade kort na het opstijgen in Engeland teruggeroepen omdat het weer te slecht was. Die boodschap kwam niet door bij 41 vliegtuigen. Vandaar dat bij Driel slechts een deel van de Polen geland was.
Het restant van de Poolse parachutisten landde samen met andere troepen op zaterdag 23 september bij Overasselt. In totaal landden er 3.300 troepen. Een klein deel van de Poolse para’s werd vervolgens met vrachtwagens naar de Polen bij Driel vervoerd, maar het grootste deel van de luchtlandingstroepen werd naar Groesbeek overgebracht om hier de positie van de 82nd Airborne Division te versterken.
Volgens Model waren dat allemaal tekenen dat de strijd nog lang niet voorbij was. De angst van de Duitsers voor een opleving van het geallieerde offensief stond echter haaks op de realiteit.
Doormodderen
In Groot-Brittannië opperden radiozenders al voorzichtig dat Market Garden wellicht zou kunnen uitlopen op een deceptie, en dat het einddoel niet bereikt zou worden.
De dag ervoor was er op het hoofdkwartier van generaal Eisenhower overleg geweest tussen alle geallieerde opperbevelhebbers over de vraag hoe het nu verder moest aan het westelijk front. Terwijl de Amerikaanse generaals Patton en Bradley bij dit overleg aanwezig waren, liet Montgomery zich vertegenwoordigen door zijn chef-staf. Het officiële excuus was dat Montgomery te druk was met de uitvoer van Market Garden.
In werkelijkheid bemoeide Montgomery zich tijdens Operatie Market Garden amper met het verloop van de strijd en liet hij dat over aan de generaals Dempsey en Horrocks. Waarschijnlijk voelde Montgomery de bui al hangen omdat het er niet op leek dat de sprong over de Rijn via Market Garden gemaakt zou worden.
Tijdens het overleg op het hoofdkwartier van Eisenhower werd feitelijk besloten om de plannen niet aan te passen en door te modderen op de ingeslagen weg.
Evacuatie
Model was er echter van overtuigd dat de geallieerden het niet zo snel zouden opgeven. Operatie Market Garden was in zijn ogen voor de helft geslaagd. Nu de geallieerden al zo ver waren gekomen, zouden ze vast iets bedenken om de operatie tot een succes te brengen.
Model vreesde dat Arnhem, ook als de geallieerden bij Nijmegen rechtsaf zouden buigen, een hoofdrol zou blijven spelen in het vervolg van de gevechten. Om die reden nam hij op zaterdag 23 september het besluit dat Arnhem geëvacueerd moest worden. De stad was in zijn ogen té gevaarlijk voor burgers om te blijven.
Na de oorlog is vaak gedacht dat Arnhem geëvacueerd werd zodat de Duitsers de stad ongestoord konden plunderen, maar dat is onjuist. Het idee om Arnhem leeg te roven ontstond pas later. Op 23 september was het een puur militaire beslissing om te besluiten tot een verplichte evacuatie.
Volgens de Duitsers “sei mit Bombenteppiche zu rechnen”. Bovendien hadden de Duitsers tijdens de gevechten in de voorgaande week geconcludeerd dat de Arnhemmers in het beste geval in de weg liepen tijdens de gevechten en in het slechtste geval alles deden om de geallieerde soldaten te helpen.
Meer over het besluit om Arnhem te evacueren kun je hier lezen: Arnhem krijgt twee dagen de tijd om de stad te evacueren.