In 26 canvasbootjes hadden 260 soldaten van het 504e Parachutisten Regiment op woensdagmiddag 20 september de oversteek over de Waal gemaakt. Ondanks een rookgordijn en dekkingsvuur van tanks den mitrailleurs waren er veel slachtoffers gevallen. In totaal vielen er bij de oversteek 48 doden en waren er vele tientallen gewonden.
Majoor Julian Cook had minder dan 200 soldaten over voor deel twee van zijn opdracht: het veroveren van de noordkant van de spoorbrug en de Waalbrug. Maar Cook hoefde geen moeite te doen om zijn troepen aan te sporen. Het was na de bloedige oversteek nu pay back time.
Moordlust
Kapitein Henry Keep: “Diverse keren heb ik troepen gezien die tot het kookpunt waren gebracht: troepen die gedurende een korte luwte in de strijd boven zichzelf uitstijgen, fanaten die krankzinnig zijn geworden van woede en moordlust, mannen die tijdelijk de betekenis van angst vergeten. Dat is het moment waarop de grote militaire wapenfeiten uit de geschiedenis plaatsvinden die met zoveel luister worden herdacht in onze geschiedenisboeken. Het is een ontzagwekkende aanblik, maar geen fraai beeld.”
Voor de Amerikanen zich konden richten op de spoorbrug, moest eerst afgerekend worden met een oud Hollands fort. Een van de soldaten zwom de slotgracht om het fort over en klom via de muur omhoog. Vanaf zijn positie bovenop het fort, gooide hij handgranaten in de luchtgaten en schietgaten die hij tegenkwam. De granaten werden hem toegeworpen door zijn kameraden aan de andere kant van de gracht.
Tegelijkertijd werd het fort ook door de hoofdingang aangevallen. Degenen in het fort gaven zich vlug over. Een Amerikaanse journalist meldde dat 75 Duitse lichamen in de slotgracht werden gegooid.
Een groepje Amerikaanse paratroopers kwam op weg naar de spoorbrug een groep van ongeveer veertig Duitse soldaten tegen. De Duitsers wilden zich overgeven, maar de Amerikanen schoten de Duitsers ter plekke neer.
Vanaf de zuidkant van de Waal merkte een Engelse tankcommandant over de Amerikaanse agressie op: “Volgens mij krijgen die paratroepers rauw vlees te eten.”
De Amerikanen waren ontketend. Een peloton Amerikanen onder leiding van kapitein Kappel bereikte de spoorbrug waar Duitsers in paniek vanaf sprongen om aan de Amerikaanse furie te ontkomen. De Amerikanen richtten de Duitse mitrailleurs aan de noordkant van de spoorbrug op de Duitsers die in het water gesprongen waren.
Ondertussen werd de spoorbrug ook vanaf de zuidkant aangevallen door Amerikaanse paratroopers, ondersteund door Britse tanks. De Duitsers die zich nog op of bij de brug bevonden, werden afgemaakt.
“Ik zag hoe oude Duitse mannen onze M1’s vastgrepen en om genade smeekten,” aldus korporaal Jack Bommer in het boek ‘Arnhem’ van historicus Antony Beevor. “Ze werden van dichtbij doodgeschoten. Dat is oorlog.”
In totaal werden er op de veroverde spoorbrug 267 Duitse doden geteld.
Op naar de Waalbrug
Ondertussen was een deel van de Amerikaanse paratroopers onderweg naar de noordkant van de Waalbrug. Die werd op dat moment vanaf de zuidkant aangevallen door Britse tanks en Amerikaanse troepen. Het Duitse bataljon met SS Panzergrenadiers wist echter aanvankelijk stand te houden.
De druk van de geallieerden nam echter toe. Nadat de paratroopers het strategisch geplaatste 88 mm geschut van de Duitsers weten te vernietigen en ook drie tanks weten uit te schakelen, hebben de geallieerden vrije toegang tot de brug. In de schemering was in de tussentijd het Duitse bataljon stilletjes weggeslopen van het Valkhof.
Vier Britse tanks werden door de legerleiding naar voren gestuurd om de schijnbar onverdedigde Waalbrug over te trekken. Behoedzaam reden vier tanks over de brug. De Britten verwachtten ieder moment dat de brug door de Duitsers opgeblazen zou worden, maar dat gebeurde niet.
Toen de voorste tank midden op de Waalbrug was, werd hij vanaf de noordoost-kant onder vuur genomen door een Duits 88 mm kanon. De tank en de Duitser wisselden meerdere schoten uit, zonder dat een van beiden werd geraakt.
De vier tanks haalden de overkant van de brug. Daar schoten zij op de aanwezige soldaten, tot zij beseften dat dit de Amerikaanse paratroopers waren die ondertussen ook de noordzijde van de brug hadden bereikt.
De vier Britse tanks vormden bij Lent een defensieve perimeter, tot verbijstering van de Amerikanen. Zij vonden dat de Britten meteen door moesten rijden naar Arnhem om daar de Britten bij de Rijnbrug te ontzetten. Maar de Britten weigerden. Ze hadden geen bevel om verder te rijden. Bovendien vonden ze het te gevaarlijk om zonder begeleiding van voldoende infanterie in het donker op te rukken.
De Amerikanen verweten de Britten dat ze laf waren. Volgens hen lag de weg naar Arnhem open zonder dat er Duitsers waren.
Ondertussen werd er op de Waalbrug nog steeds gevochten. Veel Duitse soldaten waren bovenin de spanten van de brug geklommen. Vanuit die positie namen ze de geallieerde soldaten onder vuur. De geallieerden hadden er een enorme klus aan om alle Duitse soldaten uit te schakelen.
Ondertussen had de Duitse generaal Harmel, die de verdediging van Nijmegen leidde, aan generaal Bittrich doorgegeven dat de geallieerden de Waalbrug veroverd hadden. Harmel beweerde na de oorlog dat hij, zonder dat hij daartoe bevel had gekregen, het ontstekingsmechanisme had ingedrukt om de brug op te blazen, maar dat er niets was gebeurd.
Die avond meldde de Britse veldmaarschalk Montgomery aan generaal Eisenhower dat hij verwachtte dat Market Garden nog op z’n pootjes terecht zou komen.
“De Britse luchtlandingsdivisie in Arnhem heeft het zwaar gehad, maar hun situatie zou moeten verbeteren nu we vanuit Nijmegen naar het noorden kunnen optrekken om hen te ondersteunen. Er is een redelijke kans dat we de brug bij Arnhem veroveren, die op dit moment in handen is van de Duitsers en nog ongeschonden.”