De 700 soldaten van 2nd Battalion die ongeveer dertig panden aan de noordkant van de Rijnbrug bezet hielden, maakten zich geen illusies. De dag ervoor hadden ze de aanval van een Duits SS verkenningsbataljon met gemak overleefd en ook enkele kleine aanvallen op hun posities hadden ze afgeslagen. Maar nu, op dinsdag 19 september, zouden de Duitsers alles proberen om de Rijnbrug terug te veroveren.
Nog voor zonsopgang hadden de Britten bij de brug vanuit het westen ontploffingen en geweervuur gehoord. Radiocontact met de rest van de Britse divisie was er nog altijd niet. Maar de soldaten van 2nd Battalion concludeerden dat de rest van de divisie bezig was om zich door de Duitse posities heen een weg naar de Rijnbrug te vechten. De Duitse tegenstand was echter te sterk en de Britse aanval in het westen strandde bij het Gemeentemuseum.
Tanks
Bij zonsopgang begonnen de Duitse panzergrenadiers bij de brug hun aanval om de brug terug te veroveren. De Duitsers concentreerden zich daarbij op de Van Limburg-Stirumschool, die zich op de oostelijke kant van de oprit naar de Rijnbrug bevond.
De aanval werd ondersteund door drie tanks, die de Duitsers op dat moment bij de brug hadden. De vorige dag hadden de Britten twee tanks weten uit te schakelen toen die de brug naderden, en ook nu richtten de Britten zich op de tanks. Drie soldaten wisten een van de tanks ongezien van dichtbij te benaderen en uit te schakelen. De bemanning wist te ontkomen, maar niet voor lang.
Luitenant Hindley: “De bemanning sloop langs de muur van het gebouw, tot ze bleven zitten onder het raam waar ik zat. Ik liet een granaat op ze vallen en dat was het. Ik hield hem twee seconden vast voor ik hem losliet.”
De Van Limburg-Stirumschool was door de Duitsers met panzerfausts bestookt. De Duitsers mikten met de panzerfausts net onder ieder raam in de verwachting dat daar een Britse paratrooper zat, wat vaak ook inderdaad zo was.
Hierna omsingelden de Duitsers de school in de overtuiging dat de verdedigers waren uitgeschakeld. Majoor Mackay, die de verdediging van de school leidde, had zijn mannen op de bovenste verdieping van de school opdracht gegeven om twee handgranaten klaar te houden. Op zijn commando werden de granaten uit de ramen omlaag gegooid. De Duitsers die de granaataanval hadden overleefd, werden met stenguns neergeschoten.
“Het was in enkele minuten afgelopen, waardoor er rond het huis een veldgrijs tapijt achterbleef.”
Slachtoffers
Een Duits Focke Wolf gevechtsvliegtuig liet een bom vallen op de Britse stellingen. De bom bleek een blindganger te zijn die niet ontplofte. Vanuit alle huizen werd door de Britten op het vliegtuig geschoten. Om aan de kogelregen te ontkomen, zwenkte de piloot zijn vliegtuig, maar daardoor raakte het de Walburgiskerk en stortte het neer met een geweldige explosie.
De Duitse aanvallen op de Britse posities miste echter hun uitwerking niet.
“Alleen al in het pand waarin ik zat, hadden we ruim vijftig slachtoffers”, aldus luitenant Harvey Todd.
Omdat het water was afgesloten, was de situatie voor de artsen in de Britse sector nijpend. Todd ging samen met de Nederlandse kapitein Jaap Groenewoud op zoek naar een huis met een telefoon om het Elisabeth Gasthuis te bellen met het verzoek ambulances te sturen.
Een dokter in de buurt had telefoon, maar halverwege hun positie en het huis van de dokter, werd Groenewoud geraakt door een Duitse kogel.
Todd: “De kogel kwam binnen door zijn voorhoofd en kwam er aan de achterkant weer uit.”
In zijn eentje wist Todd een huis met een telefoon te vinden en met behulp van de Nederlandse bewoner werd het ziekenhuis gebeld. De arts legde uit dat het onmogelijk was om een ambulance te sturen en dat de Duitsers alle wegen naar het ziekenhuis in handen hadden.
Terug op het hoofdkwartier kreeg Todd te horen dat ze vanuit een van de schaarse radioberichten die ze binnenkregen hadden gehoord dat XXX Corps de brug bij Nijmegen nog niet in handen had. Officieel zouden de grondtroepen van XXX Corps 48 uur na het begin van Market Garden over de brug bij Arnhem rijden, maar nu de 48 uur voorbij waren, was XXX Corps nog ver weg.
Ondertussen had de Duitse generaal Harmel een Britse gevangene naar de brug gestuurd met een capitulatievoorstel, maar de Brit werd door kolonel Frost teruggezonden met de simpele mededeling dat hij door wilde vechten.
Tigertanks
De fanatieke verdediging van de Britten bij de brug zorgden voor veel slachtoffers aan Duitse kant. Generaal Harmel was daarom blij dat hij in de middag van dinsdag 19 september versterking kreeg van de 102de Sturmgeschütz-brigade. Die was in allerijl vanuit Denemarken naar Arnhem gestuurd.
De pantserbrigade kreeg even later versterking van Kompanie Humel, van het 506e Zware Pantser Bataljon. De Tiger-tanks van deze Kompanie waren die ochtend via een Blitztransport per trein door Duitsland uitgeladen bij Bochelt. De laatste 80 kilometer werd over de weg afgelegd, maar slechts twee van de acht Tiger-tanks bereikten Arnhem. De andere tanks kregen onderweg mankementen, hoofdzakelijk door kapotte rupsbanden en tandwielen.
Die avond kwamen de twee Tiger-tanks in actie bij de brug, begeleid door de Panzergrenadiers van de 10e SS Pantser Divisie. De tanks werden gebruikt om de huizen waar de Britten zich verschanst hadden, geleidelijk aan aan puin te schieten.
Kolonel Frost: “Ze zagen er in de schemering ongelooflijk dreigend en sinister uit. Als een of ander prehistorisch monster met zijn van links naar rechts zwiepende vuurspuwende kanon.”
Monster of niet: dat weerhield de Britten niet om ook deze tanks aan te vallen. Een salvo van een anti-tankkkanon raakte de geschutskoepel van een van de Tiger-tanks, waardoor de commandant en een ander bemanningslid zwaargewond raakten. Een tweede schot verbrijzelde de bepantsering. De tweede Tiger-tank had in de tussentijd mechanische problemen gekregen en was ook niet meer bruikbaar.
De uitschakeling van de Tiger-tanks weerhield de Duitsers er echter niet van om methodisch het ene na het andere huis systematisch in puin te schieten met de kanonnen die nog over waren. Met vlammenwerpers werden huizen in brand gezet.
In het donker was de Britse perimeter een inferno. Het was de vraag hoe lang de Britten hier nog stand konden houden. De hoop was dat XXX Corps hen op tijd zou ontzetten, maar ook in Nijmegen ging de strijd niet zoals de bedoeling was…
Lees verder: De geallieerden komen geen steek verder in Nijmegen.