Britse paratroopers rusten uit, op weg naar Arnhem. (Foto: Gelders Archief.)

De 4th Parachute Brigade gaat maandag 18 september op weg naar Arnhem

in Arnhem/Luchtlandingen/Oosterbeek

Nu op maandag 18 september de gehele 1e Britse Luchtlandingsdivisie eindelijk geland was, konden alle troepen op en rond de landingsterreinen oprukken naar Arnhem. De zweefvliegtuigen op de landingsterreinen werden leeg gehaald, troepen verzamelden zich en via het officiële plan dat in Engeland was opgesteld, maakten alle paratroopers aanstalten om in de richting van Arnhem te gaan.

De 4th Parachute Brigade van generaal Shan Hackett bevond zich aan de rand van de Ginkelse Heide, maar liefst 16 kilometer van Arnhem. In plaats van een vredige, probleemloze landing, hadden de para’s meteen al in actie moeten komen tegen het Nederlandse SS-Bataljon Nordwest, dat de Britse posities bij de Ginkelse Heide aanviel. Bovendien was de Brigade bij de landing redelijk wat troepen verloren doordat Duits afweergeschut een aantal vliegtuigen had neergehaald.

De 4th Parachute Brigade telde oorspronkelijk bijna 2.000 soldaten en bestond uit drie bataljons: 10th Battalion, 11th Battalion en 156th Battalion. Na de landing concludeerde generaal Hackett dat hij al 200 man kwijt was. En de strijd moest nog beginnen.

Het was Hackett duidelijk dat er aanzienlijk meer Duitse troepen in de regio Arnhem gelegerd waren dan men vooraf had gedacht. Dat de Duitse tegenstand zo sterk was dat slechts één Brits bataljon Arnhem had weten te bereiken, wist Hackett op dat moment nog niet. Door de grote afstanden tussen de verschillende Britse eenheden en de bosrijke omgeving, functioneerden de Britse radio’s niet.

Noordelijke route
Hackett hield daarom vast aan het oorspronkelijke plan. Zijn 4e Parachute Brigade zou via de noordelijke route langs de Amsterdamseweg oprukken naar Arnhem en ten noorden en oosten van de stad in stelling gaan om een verdedigende perimeter te vormen om eventuele Duitse aanvallen vanaf dinsdag 19 september tegen te houden.

Langs die noordelijke route lagen de Duitse troepen van de 9e SS Pantser Divisie op de Britten te wachten, maar de Britten waren daar nog niet van op de hoogte.
Bovendien speelde ook mee dat er onduidelijkheid was over de bevelstructuur van de Luchtlandings Divisie nu generaal Roy Urquhart vermist was. Een dag later dook Urquhart weer op en bleek dat hij zich voor de Duitsers had moeten verstoppen in een woning aan de Zwarteweg in de Arnhemse wijk Lombok.

Hackett moest het doen met twee van zijn drie bataljons. Alleen het 10e Bataljon en het 156e Bataljon had hij tot zijn beschikking. Het 11e Bataljon was door generaal Hicks, die tijdelijk het bevel voerde over de Airborne Divisie, naar de Utrechtseweg in de omgeving van het Elisabeth Gasthuis gestuurd om daar het 1e en 3e Bataljon van de 1st Parachute Brigade te helpen om een doorbraak in de richting van de Rijnbrug te forceren.

Het 10e Bataljon bleef aanvankelijk achter bij de landingszone op de Ginkelse Heide om bescherming te bieden voor de 133 Parachute Field Ambulance die daar nog bezig was met het behandelen van gewonden die tijdens de gevechten tijdens de landing waren gevallen.

Feitelijk was het 156e Bataljon, 600 man sterk, op dat moment het enige onderdeel van de 4th Parachute Brigade dat optrok naar Arnhem. Het 156e Bataljon trok op langs de spoorlijn naar Arnhem. De voortgang ging redelijk snel, al hielden de Britten vast aan hun gewoonte om ieder uur 50 minuten te marcheren en dan een theepauze van 10 minuten te houden.

Duits vuur
De voorste compagnie van het 156e Bataljon, C-Company, kwam iets voorbij Wolfheze onder hevig Duits vuur te liggen. Omdat het donker begon te worden en de Britten de Duitse tegenstand voor hen niet goed konden inschatten, werd ervoor gekozen om halt te houden voor de nacht.

Het bataljon van de 7th KOSB had tot taak gekregen om Landingszone LZ-L veilig te stellen, tussen Wolfheze en Oosterbeek. Hier moeten op dinsdag 19 september de Polen van de 1e Poolse Luchtlandings Brigade landen. Vlakbij de plek waar C-Company door de Duitsers onder vuur werd genomen, kreeg ook de KOSB te maken met Duitse tegenstand.

Besloten werd om bij het eerste daglicht de Duitse posities aan te vallen en op te rukken naar landgoed Mariëndaal aan de westkant van Arnhem. Dat de Duitsers veel sterker waren dan de Britten voor mogelijk hielden, ontdekten de Britten de volgende ochtend al snel…

Tip!

Ga naar Boven

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten