Mevrouw De Meulenaar biedt Britse parachutisten een kopje thee aan op de eerste dag van de landingen. (Foto: Imperial War Museum.)

Het derde bataljon loopt vast bij Hartenstein

in Luchtlandingen/Oosterbeek

Op de eerste dag van Market Garden trokken drie Britse parachutisten bataljons van de landingsgebieden bij Wolfheze op naar Arnhem. Het derde bataljon onder leiding van kolonel John Fitch had de opdracht gekregen om via de Utrechtseweg de weg naar Arnhem te nemen. Het grootste deel van het bataljon kwam de eerste dag niet verder dan hotel Hartenstein in Oosterbeek.

Het bataljon maakte deel uit van de First Parachute Brigade van generaal Lathbury. Het doel van het derde bataljon was om via de Utrechtseweg op te trekken naar de verkeersbrug bij Arnhem om daar, ten noorden van de Rijnbrug, de hoofdmacht te vormen.

Naast de infanterie van het bataljon zelf, was het bataljon versterkt met een half peloton Royal Engineers, een paar Nederlandse commando’s en drie zesponders anti-tankgeschut. Alles bij elkaar bestond het derde bataljon uit een colonne van ruim anderhalve kilometer.

De troep soldaten vorderde de eerste uren gestaag. Hoewel er de eerste uren eigenlijk geen sprake was van Duitse tegenstand, vorderde de opmars in de richting van Arnhem maar traag. Van georganiseerd Duits verzet was in de eerste uren na de landing nog geen sprake. Als er al geschoren werd, dan was dat van ongecoördineerde Duitse pogingen om de opmars tegen te houden.

Het eerste grote vuurgevecht vond iets na vijf uur ’s middags plaats op de kruising tussen de Utrechtseweg en de Wolfhezerweg bij Wolfheze. Een Duitse stafwagen dook opeens op tussen de voorste kolom Engelse paratroopers.

In de stafwagen zat de Duitse generaal Friedrich Kussin, de Duitse stadscommandant, die zich op de hoogte wilde stellen van de luchtlandingen.

De Bitse luitenant Cleminson gaf na de oorlog een verslag van wat er gebeurde:
“De voorste mannen van mijn voorhoede openden onmiddellijk het vuur met stenguns en geweren. De zijkant van de auto werd geheel doorboord. Het was in een flits voorbij.”

Samen met een tolk, zijn chauffeur en een oppasser kwam de Duitse generaal in het vuurgevecht om het leven. (Lees hier meer over de dood van generaal Kussin.)

Pantserwagen
Het peloton van Cleminson probeerde verder op te rukken, maar kwam binnen een paar honderd meter onder vuur te liggen van een Duitse pantserwagen. De pantserwagen maakte deel uit van de eerste serieuze verdedigingslinie die de Duitsers hadden opgezet.

De Duitse majoor Sepp Krafft had zijn hoofdkwartier in Wolfheze en gaf leiding aan een bataljon SS-troepen. Krafft realiseerde zich meteen na de luchtlandingen dat de Rijnbrug in Arnhem het waarschijnlijke doel van de Britse luchtlandingen was. Hij legde zijn troepen ten oosten van Wolfheze in een verdedigingslinie tussen het spoor en de Utrechtseweg.

De pantserwagen, waarschijnlijk een gemechaniseerd luchtafweerkanon, schakelde verschillende Britse soldaten uit. Die zochten een goed heenkomen in de huizen en tuinen in de buurt.

Luitenant Cleminson: “We hadden niets waarmee we dit gepantserde voertuig konden aanvallen. Ik was een huis ingedoken en kwam overeind. Ik bevond me achter het pantservoertuig. Ik schoot met mijn sten een Duitser neer die beneden in de tuin was en vroeg me af wat we konden doen om de gepantserde bezoeker kwijt te raken.”

Een Britse soldaat vuurde een lichtkogel af op het pantservoertuig. Dat had geen enkel effect, maar zorgde er wel voor dat het pantservoertuig achteruit weg reed.

Cleminson: “De mannen van mijn peloton hadden al snel begrepen dat die niet de juiste manier was om op te trekken naar de brug: over een hoofdweg, zonder antitankwapens tegen gepantserde tegenstanders.”

Hoewel de actie niet langer dan tien minuten had geduurd, waren er voldoende slachtoffers gevallen. Er waren enkele doden, meerdere gewonden en gevangenen.

Vertraging
Door de toegenomen Duitse tegenstand en de onverwachte aanwezigheid van Duitse pantserwagens, realiseerde kolonel Fitch dat hij iets aan de trage opmars moest doen. Fitch had inmiddels al van generaal Lathbury te horen gekregen dat hij te weinig snelheid maakte.

Fitch stuurde een deel van zijn troepen, C-Company, via een iets noordelijke route naar Arnhem. Via de Bredelaan werd de compagnie naar Arnhem gestuurd. Daar bereikten zij die avond de troepen van kolonel Frost die zojuist de noordkant van de Rijnbrug had bezet: een opmerkelijke prestatie.

De vertraging van de rest van het derde bataljon werd die avond alleen maar groter. Dat had onder meer te maken met Duitse tegenstand in de bossen bij hotel Bilderberg ten westen van Oosterbeek. Duitse machinegeweren en mortieren zorgden daar voor Britse slachtoffers.

Generaal Lathbury, die samen met het 3rd Battalion optrok, gaf luitenant Tony Baxter de opdracht de bossen bij het Bilderberghotel uit te kammen.

“We waaierden uit en gingen het bos in. Ik nam een Duitser die ik kon zien onder schot met een geweer. Ik keek door het vizier en hield mijn linkerduim over de loop. De Duitser waar ik op mikte zat op ongeveer 40 meter afstand. Maar hij schoot eerst. De kogel raakte mijn duim op de loop. Het bot brak en mijn duim hing erbij.”

Hoewel de Britten een aantal Duitsers neerschoot, lukte het niet om het hele bos te zuiveren van Duitsers. Dat bleek toen de Britten even overlegden aan de rand van het bos. De Duitsers vuurden meteen een aantal mortieren op de verzamelde Britse soldaten, waarbij drie sergeants om het leven kwamen.

Bij de gevechten in de bossen ten westen van Oosterbeek kwamen achttien Britten om het leven. Het was de laatste poging van het bataljon van Sepp Krafft om de Britten te stoppen. Omdat hij bang was dat hij ingesloten zou raken, trok hij zich verder terug in de richting van Arnhem.

Door de aanwezigheid van Krafft durfden de Britten in de loop van de avond niet meer op te rukken. Het was rond 21.30 uur donker geworden en de Britse paratroopers wisten niet hoe groot de tegenstand was waar ze mee te maken hadden.

Om die reden werd bij een oud, statig hotel halt gehouden. ‘Hartenstein’ in Oosterbeek was tot die middag in gebruik geweest door het hoofdkwartier van de Duitse Heeresgruppe B van veldmaarschalk Walter Model. Nu werd het door de Britten ingepikt.

Niet iedereen had begrip voor het besluit van Lathbury en Fitch om ter hoogte van Hartenstein een aantal uren halt te houden.

Majoor Bush zei daar later over: “Dat was het begin van de trammelant. Als de generaals Urquhart en Lathbury niet bij ons waren geweest, was kolonel Fitch waarschijnlijk net als de C-Company over de Bredeweg opgerukt. Maar hij kon moeilijk optrekken zonder toestemming van de commandant van de divisie en de commandant van de brigade. Het was een hopeloze situatie.”

Tot 04.30 uur hielden bijna alle troepen van het derde bataljon halt. Die pauze van zeven uur gaf de Duitsers, die niet stilzaten, de gelegenheid om een solide verdediging op te zetten in de buurt van het Elisabeth Gasthuis aan de westkant van Arnhem.

Verder dan dat zou het derde bataljon in de komende dagen niet komen.

Tip!

Ga naar Boven

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten