Tijdens de gevechten in Arnhem en omgeving kwam één generaal om het leven. Dit was de Duitse Generalmajor Friedrich Kussin.
Generaal Kussin was de Stadtkommandant van Arnhem. In die rol was hij verantwoordelijk voor de reguliere Duitse troepen in Arnhem.
Kussin reed kort na de landingen van de Britse para’s op zondag 17 september op de Utrechtseweg bij Wolfheze toen hij onder vuur werd genomen door oprukkende troepen van het 3e Parachute Bataljon.
Nadat de Britten in de middag van 17 september geland waren bij Wolfheze, stond Kussin in verbinding met SS-Sturmbahnführer Sepp Krafft.
Krafft gaf leiding aan een bataljon Duitse soldaten van ongeveer 500 man die waren ondergebracht bij het hoofdkwartier van de Duitse veldmaarschalk Walter Model in Oosterbeek.
Toen de eerste Britse parachutisten rond 13.30 uur landden, was Krafft de eerste Duitse commandant die alarm sloeg. Direct na de landingen had Krafft zijn troepen tussen Oosterbeek en Wolfheze in een verdedigingslinie gelegd.
Omdat generaal Kussin in de loop van de middag geen verbinding meer kon maken met Krafft, besloot de Duitse generaal om naar het hoofdkwartier van krafft in Hotel Wolfheze te rijden om zich persoonlijk van de ernst van de situatie op de hoogte te laten stellen.
De heenreis verliep zonder incidenten. Generaal Kussin kwam, samen met zijn chauffeur, zijn tolk en een onderofficier rond 17.15 uur aan bij het hoofdkwartier van Krafft in Wolfheze.
Nadat Krafft hem op de hoogte gebracht had van de laatst informatie over de Britse luchtlandingen, verliet Kussin het hoofdkwartier van Krafft. Bij zijn vertrek waarschuwde Krafft hem om voorzichtig te zijn omdat hij niet precies wist hoe ver de Britten inmiddels al waren opgerukt.
Kussin nam echter de zelfde weg weer terug naar Arnhem, maar daar kwam hij nooit aan. Vrijwel direct na zijn vertrek uit Wolfheze, kwam Kussin op de kruising van de Utrechtseweg met de Wolfhezerweg plotseling onder vuur te liggen van Britse troepen.
De chauffeur van Kussin probeerde nog te ontsnappen aan de kogelregen door achteruit te rijden, maar de Britten doorzeefden de Citroën van de Duitse generaal met kogels voor de auto weg kon komen. Alle vier inzittenden van de auto kwamen om het leven.
De Duitse generaal had het pad gekruist van een Brits verkenningspeleton, No.5 Platoon, “B” Company, 3rd Parachute Battalion. De Britse luitenant James Cleminson zei hier later over:
“Het verkenningspeloton was geselecteerd om de mars van het 3e Bataljon naar Arnhem te leiden, en de eerste twee uur vorderden ze goed. Toen ze bij de verdedigingslinie van Battalion Krafft ten oosten van Wolfheze kwamen, verscheen er plotseling een Duitse Citroën op een kruising. De soldaten begonnen meteen te schieten met geweren en stenguns en alle inzittenden van de auto kwamen om het leven.”
Luitenant Cleminson kwam er overigens pas na de oorlog achter dat zijn soldaten zojuist een Duitse generaal hadden gedood.
Hoewel generaal Kussin de hoogste militair is geweest die tijdens de gevechten in Arnhem en omgeving om het leven kwam, waren er aan Britse kant twee generaals die gewond raakten. Zowel generaal Lathbury als generaal Hackett raakten bij de gevechten gewond en werden opgenomen in het Elisabeth Gasthuis. Beide generaals wisten overigens te ontsnappen.