Niet de Rijnbrug, maar heel Arnhem was het doel van de Britten

in Algemeen/Arnhem/Voor de slag/Wat je niet wist over de Slag om Arnhem

Door films als ‘A Bridge too Far’ is het beeld ontstaan dat de Britse luchtlandingen bij Arnhem maar één doel hadden: het veroveren van de Rijnbrug in Arnhem. Dat klopt niet. In het oorspronkelijke plan hadden de Britten heel Arnhem bezet moeten houden, inclusief vier bruggen. Hoe zit het?

Het geallieerde opperbevel was er begin september 1944 van overtuigd dat het Duitse leger in chaos verkeerde. Met een snelle beslissende aanval kon de Duitse verdediging definitief worden gebroken, was de gedachte. De oorlog zou dan met kerst 1944 voorbij kunnen zijn.

Om gebruik te maken van het momentum, werden de plannen voor Operatie Market Garden in een paar weken tijd in elkaar gezet. Achteraf werd duidelijk dat de plannenmakers de situatie totaal verkeerd hebben ingeschat. Maar achteraf is het makkelijk.

De geallieerden hadden gelijk dat het Duitse leger begin september 1944 in chaos verkeerde. Maar bij de start van Market Garden hadden de Duitsers hun zaken alweer redelijk op orde. En dat heeft de uitkomst van de Slag om Arnhem sterk beïnvloed.

Niet 1, maar 4 bruggen
Het originele plan van de geallieerden was veel ambitieuzer dan alleen het veroveren en verdedigen van de Rijnbrug. De Britse airbornes zouden niet één, maar vier verschillende bruggen moeten veroveren.

In het oorspronkelijke aanvalsplan stond dat de Britse airborne divisie naast de Rijnbrug nog drie andere bruggen in Arnhem en omgeving moest veiligstellen.

Dat waren de spoorbrug bij Oosterbeek, de schipsbrug bij de Rijnkade en de brug over de IJssel bij Westervoort. Die bruggen moesten samen met de Rijnbrug door de Britse troepen veroverd en verdedigd moeten worden, tot zij vanuit het zuiden ontzet zouden worden door de geallieerde grondtroepen. Binnen twee dagen, was het plan.

Perimeter
Om al die vier doelen te bereiken, was het noodzakelijk dat er niet alleen werd opgerukt naar deze vier bruggen. De Britse troepen moesten een verdedigende perimeter om heel Arnhem leggen.

De westkant van die perimeter zou tussen Oosterbeek en Wolfheze komen te liggen. Hier waren ook de dropzones gepland voor munitie en andere voorraden.
Het noorden van Arnhem zou verdedigd worden door airborne-soldaten die zich ten noorden van de Schelmseweg zouden ingraven. De oostelijke ring van de Britse perimeter zou aan de rand van Velp in de omgeving rond Bronbeek komen. Westervoort, aan de overkant van de IJssel zou de de zuidoostkant van de perimeter moeten vormen

Via de spoorbrug bij Oosterbeek, de schipsbrug aan de rand van de binnenstad en de Rijnbrug 300 meter verderop moest de zuidkant van de perimeter worden veiliggesteld.

Kortom: er zou een grote verdedigende ring rond Arnhem worden gelegd. Die verdediging zou door het hoofdkwartier van de Britten vanuit Musis Sacrum geleid worden.

Verwachte Duitse tegenaanvallen moesten langs deze perimeter worden afgeslagen. Als de druk te groot werd, hadden de Britten nog voldoende mogelijkheden om huizen en straten op te geven en zich langzaam terug te trekken in de richting van de bruggen.

Bovendien zouden de Britten na twee dagen versterking krijgen van de Poolse luchtlandingstroepen. Die zouden oorspronkelijk samen met de Britse para’s op zondag 17 september al gedropt worden. Dat plan kon echter niet doorgaan toen een week voor de landingen werd ontdekt dat er simpelweg te weinig transportvliegtuigen waren om alle troepen tegelijkertijd rond Arnhem te droppen.

Zelfs voor alle Britse troepen waren te weinig vliegtuigen. Een deel van de Britse para’s landde daarom op maandag 18 september.

Als de grondoperatie van Market Garden naar verwachting zou verlopen, zouden de Britten in Arnhem ergens tussen dinsdag 19 september en donderdag 21 september ontzet worden door de geallieerde grondtroepen, die dan vanuit Nijmegen naar Arnhem konden oprukken. Dat was het idee.

Voor de landingen bij Arnhem hadden de geallieerden de beschikking over 1st Airborne Division, aangevuld met andere troepen en de piloten van de gliders. In totaal bestond de totale omvang van de troepen uit ongeveer 13.000 goedgetrainde soldaten, waarvan een groot deel gevechtservaring had opgedaan in Afrika.

101st Airborne
Wat weinig mensen weten is dat de 1st Airborne Division niet de eerste keuze was voor de landingen bij Arnhem. In een eerdere versie van het luchtlandingsplan zou bij Arnhem de Amerikaanse 101st Airborne Division landen. Deze divisie, internationaal bekend geworden door de TV-serie ‘Band of Brothers’, had in Normandië boven verwachting gepresteerd en hun ervaring zou in Arnhem goed van pas komen, werd gedacht.

Omdat het plan voor Market Garden uit de koker van de Britten kwam, was het politiek gezien beter om Arnhem, de hoofdprijs van de operatie, aan de Britse para’s te geven. De 101st Airborne kreeg het gebied rondom Eindhoven toegewezen.

Plan na de landingen
Na de landingen in de dropzones bij Wolfheze zouden de Britten in drie groepen optrekken naar de vooraf vastgestelde doelen: ‘Leopard’, ‘Tiger’ en ‘Lion’.

‘Leopard’ zou het gebied ten noorden van Arnhem rondom Burgers’ Dierenpark moeten bezetten. Via de Amsterdamseweg zou Leopard optrekken via de Schelmseweg en zich daar ingraven.

‘Tiger’ zou oprukken via de Utrechtseweg door Oosterbeek, dwars door het centrum van Arnhem naar de Rijnbrug. Daarna zou verder worden opgerukt in de richting van Westervoort.

‘Lion’ zou een route langs de Rijn nemen. ‘Lion’ was verantwoordelijk voor de zuidkant van de Britse zone en zou drie bruggen moeten veroveren. Eerst de spoorbrug bij Oosterbeek, daarna de schipsbrug bij de Rijnkade en daarna Rijnbrug.

Grote Duitse tegenstand werd in en om Arnhem niet verwacht. “Kinderen en oude mannen”. Meer dan dat verwachtten de geallieerden niet. Dat het geallieerde opperbevel er enorm naast zat, ontdekten de Britse soldaten al meteen na de landingen.

In en om Arnhem waren duizenden Duitse soldaten meer gelegerd dan waarop was gerekend. Kort na de landingen waren er al meer Duitse soldaten rond Arnhem dan Engelsen.

Bovendien waren de Duitsers zich meteen bewust van de ernst van de situatie. Veldmaarschalk Walter Model liet nog tijdens de luchtlandingen van de Britten grote hoeveelheden tanks, luchtafweergeschut, artillerie en legereenheden naar Arnhem sturen. De tanks die in Arnhem vochten, kwamen uit Denemarken, Oostenrijk en Duitsland en waren met zogeheten ‘Blitztransporte‘ met treinen naar Arnhem gebracht.
In Arnhem werden ze meteen ingezet tegen de Britten bij de Rijnbrug en in Oosterbeek.

Hevige gevechten
Het liep, door een samenloop van heel veel verschillende factoren, allemaal heel anders dan de geallieerde plannenmakers gehoopt hadden.

‘Leopard’ en ‘Tiger’ kwamen al snel na de landingen in hevige gevechten met Duitse troepen terecht. Daardoor kwam nooit iets terecht van een opmars in de richting van de oorspronkelijke doelen.

‘Lion’, onder leiding van kolonel John Frost, wist gevechten met de Duitsers aanvankelijk zoveel mogelijk te ontlopen. Pas bij de spoorbrug in Oosterbeek stuitten de troepen van Frost op serieuze Duitse tegenstand.

De sporen daarvan zijn bij het spoorviaduct aan de Benedendorpseweg nog altijd zichtbaar. In de stenen van het viaduct zijn de kogelinslagen nog altijd te zien.

Nadat de Britten de Duitse tegenstand bij de spoorbrug met enige moeite hadden uitgeschakeld, stuurde Frost een aantal van zijn mannen over de spoorbrug. Juist op dat moment bliezen de Duitsers de brug op.

Via de Klingelbeekseweg trok Frost met zijn mannen daarna verder. Omdat in Lombok bij het Elisabeth Gasthuis op dat moment gevochten werd tussen andere Britse soldaten en Duitse troepen, besloot Frost zijn mannen via de tuinen aan de Klingelbeekseweg en de Onderlangs naar het centrum te loodsen. Van daaruit bereikten de Britten al snel de schipsbrug.

De Duitsers hadden echter direct na de landingen een deel van de schipsbrug weg gevaren. Na de opgeblazen spoorbrug, kon Frost dus ook deze brug van zijn lijstje met doelen afstrepen.

Het hoofddoel van zijn opdracht lag echter binnen handbereik. Rond 20 uur op zondag 17 september bereikte Frost, samen met ongeveer 750 man, de Rijnbrug. Die werd op dat moment niet verdedigd. De Duitsers hadden niet verwacht dat de Britten langs hun verdedigingslinie rond het Elisabeth Gasthuis zouden sneaken.

Frost realiseerde zich op het moment dat hij de Rijnbrug bereikt, dat er van de oorspronkelijke Britse aanvalsplannen niets terecht zou komen.

Hij zette een verdedigingslinie op rondom de noordelijke oprit in de hoop dat de overige Britse troepen vanuit het westen de brug toch nog zouden weten te bereiken.

Twee dagen moesten zijn mannen het volhouden bij de brug. Twee dagen. Daarna zouden de grondtroepen vanuit het zuiden over de brug trekken en zou de slag om Arnhem alsnog gewonnen worden. Het liep anders. Ondanks een heldhaftige strijd bij de brug en in Oosterbeek, moesten de resterende Britse para’s acht dagen na de landingen teruggetrokken worden. Arnhem was een brug te ver.

Tags:

Tip!

Ga naar Boven

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten