Het verhaal over de ontsnapping van generaal Hackett is exemplarisch voor de moed van het Nederlandse verzet om Engelse militairen te helpen die gestrand waren tijdens de Slag om Arnhem.
Brigadegeneraal John ‘Shan’ Hackett raakte op 24 september 1944 gewond in Oosterbeek. Hackett kwam terecht in het Elisabeth Gasthuis. Met hulp van het verzet werd hij in staat gesteld om te ontsnappen en terug te keren naar Engeland.
4th Parachute Brigade
Generaal Hackett stond aan het hoofd van de 4th Parachute Brigade tijdens de Slag om Arnhem. Hackett landde samen met zijn brigade op maandag 18 september 1944 op de Ginkelse Heide. Operatie Market Garden liep op dat moment al niet zoals de bedoeling was. Toch waren de vooruitzichten op dat moment nog niet zo slecht, zoals Hackett aan den lijve ondervond tijdens zijn landing.
“Ik had geen wapens bij me, maar wel mijn wandelstok”, aldus Hackett. “Mijn wandelstok glipte kort voor mijn landing uit mijn handen. Beneden stonden tien Duitse soldaten die zich meteen over wilde geven, maar ik zei dat ze even moesten wachten. Ik moest eerst mijn wandelstok terugvinden. Ze hielpen me met zoeken.”
Na dit bemoedigende begin ging het echter al snel mis. De onderdelen van Hacketts 4th Parachute Brigade liepen tijdens de gevechten zware klappen op. Van Hacketts 4de Parachutistenbrigade waren aan het eind van de Slag om Arnhem slechts negen officieren en 260 soldaten over. Oorspronkelijk telde de brigade tweeduizend soldaten. Veel soldaten sneuvelden, raakten gewond of waren gedwongen zich over te geven.
Ook generaal Hackett raakte gewond. Op 24 september 1944 werd hij getroffen door een mortiergranaat. Hackett, die gewond was aan zijn buik, werd verzorgd in de kelder van Hartenstein.
Elisabeth Gasthuis
Die middag was op initiatief van de Duitse SS-arts Dr. Egon Skalka een twee uur durend staakt het vuren met de Britten afgesproken om de Britse gewonden binnen de perimeter in Oosterbeek te evacueren. Ook generaal Hackett werd geëvacueerd. Als krijgsgevangen gewonde werd hij ondergebracht in het Elisabeth Gasthuis in Arnhem.
De Britse arts Lippman-Kessel liep samen met SS-arts Skalka langs de vers binnengebrachte gewonden. Volgens Skalka was het opereren van Hackett zinloos: “Kopfschuss, Bauchschuss, Spritze.”
Soldaten die een hoofdwond of een buikwond hadden kon je maar het beste een morfinespuit geven en er verder vanaf blijven. Soldaten met hoofd- en buikwonden overleefden het in veel gevallen toch niet.
“Nou”, antwoordde Lippman-Kessel. “Ik denk dat ik het er met deze toch maar op waag.”
Hoewel Hackett als ‘korporaal’ was binnengebracht om te voorkomen dat de Duitsers door hadden dat ze een generaal in handen hadden, was Hacket door Lippman-Kessel onmiddellijk herkend. De twee Britten waren goede vrienden van elkaar.
Hackett had wel veertien gaten in zijn ingewanden, maar tegen alle verwachtingen in overleefde Hackett de ingewikkelde operatie.
Ontsnapt
Terwijl Hackett tijdens zijn herstel na de operatie zat te broeden op manieren om uit het ziekenhuis te ontsnappen, werd hij aangesproken door iemand die zich “Piet van Arnhem” noemde. Dit was de Arnhemse verzetsman Piet Kruijff.
Kruijff vroeg aan Hackett of hij in staat was om een stukje te lopen. Dat lukte wel. Even later werden er voor Hackett burgerkleren bezorgd die hij aantrok. Een andere verzetsman met de illustere naam ‘Blue Johnny’ had die kleren even daarvoor gehaald uit een huis van kennissen in de buurt.
Arnhem was weliswaar inmiddels geëvacueerd, maar binnen de stad bevonden zich toch nog redelijk wat Arnhemmers. In het huis waar Johnny langs ging bivakkeerden Duitse militairen, maar Johnny meldde brutaal dat het zijn huis was en de Duitsers vonden het goed dat hij een koffer met wat kleren meenam.
Nadat Hackett de burgerkleren had aangetrokken, werd hij door Piet Kruijff in een auto gestopt. De Arnhemse verzetsmensen drukten Hackett een met bloed doordrenkt verband op zijn hoofd en reden de binnenplaats van het ziekenhuis af.
De Duitse soldaat die even verderop de wacht hield, kreeg te horen dat de gewonde in de auto ‘sofort’ naar een hospitaal in Apeldoorn afgevoerd moest worden om geopereerd te worden. “Zwaar gewonde door luchtaanvallen”, zei Piet Kruijff in het Duits.
De verbouwereerde soldaat ging meteen opzij en de auto met Hackett reed zonder problemen weg. De ontsnapping was gelukt.
Ondergedoken in Ede
Hackett werd door de verzetsmensen naar Ede gebracht. Daar werd hij eerst tijdelijk ondergebracht bij de gepensioneerde Nederlandse militair Theodoor Boeree. Hackett en Boeree discussieerden uitgebreid over het verloop van de Slag om Arnhem. De kennis die Boeree opdeed vormde voor hem de basis van een uitgebreid verslag waar de meeste historici en schrijvers die iets over de Slag om Arnhem gebruik van hebben gemaakt.
Na het verblijf bij Boeree kwam Hackett met behulp van het verzet terecht bij de familie De Nooij aan de Torenstraat in Ede. Daar ontmoet Hackett de Britse generaal Lathbury, die eveneens door het verzet in Arnhem uit het Elisabeth Gasthuis is gesmokkeld.
Hackett werd hartelijk welkom geheten en was erg onder de indruk van de vriendelijkheid op zijn nieuwe onderduikadres. Ondertussen hadden de verzetsmensen een dokter geregeld om naar de wonden te kijken. In de maanden die volgden werd John Hackett volledig verzorgd door de familie De Nooij en kwam hij weer op krachten.
Bezoek
In de omgeving van Ede zitten op dat moment honderden Britse airborne-soldaten ondergedoken. Tot verbazing van de familie De Nooij gaat op een dag de deurbel. Wanneer ze opendoen, staat daar een Britse militair in burgerkleren die in het Engels vraagt of hij brigadier Hackett misschien mag spreken. De militair is majoor Digby Tatham Warter die eveneens in Ede zit ondergedoken.
De familie De Nooij maakt aan de Britten duidelijk dat dit soort bezoekjes levensgevaarlijk zijn en dat zij, wanneer de Duitsers erachter komen dat zij Britse militairen verbergen, waarschijnlijk de doodstraf krijgen.
“koud he?”
In de weken die volgen sterkt Hackett verder aan. Via het verzet krijgt Hackett een vals persoonsbewijs. Hackett heet nu meneer Van Dalen. Ook regelt het verzet een speld die Van Dalen op zijn kleding kan dragen waarop staat dat hij doofstom is. Zo hoeft hij niet te praten als hij buiten wandelt.
Vanuit het verzet en de Britse militaire leiding waren al verschillende plannen gemaakt om John Hackett te laten ontsnappen en ook weer afgeblazen. Uiteindelijk maakt het verzet gebruikt van een bekende ontsnappingsroute via de Biesbosch.
Begin 1945 is het zo ver. Samen met een verzetsman fietst Hackett van Ede naar de Biesbosch. Onderweg komen ze langs een groepje Duitse militairen en Hackett kan het niet laten in zijn beste Nederlands “goedemorgen” te zeggen, om daar vervolgens nog aan toe te voegen: “koud he?”
Naar bevrijd gebied
Bij een overnachtingsplek halverwege de tocht, ontmoet Hackett tot zijn grote verbazing en vreugde ook Lipmann-Kessel, de Britse arts die zijn leven gered heeft in het Arnhemse ziekenhuis. Ook Lippman-Kessel is met hulp van het verzet ondergedoken en op weg naar bevrijd gebied.
Vanuit Sliedrecht wordt Hackett een paar dagen later door mensen van het verzet overgezet over de rivier. De overkant van het water is bevrijd gebied. Hackett heeft zijn Britse militaire uniform meegenomen en trekt dat aan voor de overtocht.
In het pikkedonker stapt Hackett, samen met een begeleider van de ondergrondse, in een bootje. Het is inmiddels gaan regenen, waardoor het zicht op het water slecht is. Zonder te peddelen laat de verzetsman het bootje met de stroom meedrijven, langs de Duitse wachtposten. Wanneer ze op voldoende afstand van de Duitse posten zijn, peddelen de twee mannen naar de overkant.
In de nacht van 5 februari 1945, komen John Hackett met zijn begeleider aan bij Lage Zwaluwe, aan de geallieerde zijde van de Merwede.
“Hello Shan! We verwachtten je al!” klinkt het in onvervalst Engels.
Twee dagen later komt Hackett aan in Engeland en wordt hij weer herenigd met zijn echtgenote.
Hackett: “Mijn vrouw was net twee dagen ervoor officieel tot weduwe verklaard. In het Britse leger gold dat iemand die meer dan vier maanden vermist was, als gesneuveld werd beschouwd.”
Hackett probeerde zijn ‘dood’ via officiële kanalen ongedaan te maken, maar dat bleek minder makkelijk dan gedacht.
Hackett: “U staat hier als vermist geregistreerd, zei de ambtenaar. Dus we mogen niets doen. Dat ik in levende lijve voor hem stond, deed blijkbaar niet ter zake.”
Generaal Shan Hackett was na de oorlog tot aan zijn dood in 1997 een graag geziene gast in Nederland. Hackett heeft tot aan zijn dood contact gehouden met de Nederlanders die hem tijdens de oorlog geholpen hebben om te ontsnappen.