Nu de Slag om Arnhem op dinsdag 26 september was afgelopen, was er eindelijk gelegenheid om alle gewonden uit Oosterbeek te evacueren.
Twee dagen eerder, op zondag 24 september, had kolonel Warrack die aan het hoofd stond van de Britse medische afdeling in Oosterbeek met de Duitse stafarts majoor Skalka al een staakt het vuren afgesproken.
Tijdens deze wapenstilstand waren in totaal 450 Britse gewonden afgevoerd naar Apeldoorn. Daar hadden de Duitsers vrij kort na het begin van Operatie Market Garden de Willem II kazerne omgebouwd tot ‘airborne-hospitaal’, voor alle gewonden die in en om Arnhem gevallen waren. De ziekenhuizen in Arnhem waren niet in staat om voor alle gewonden te zorgen die tijdens de gevechten vielen.
Hoewel veel gewonden twee dagen ervoor waren afgevoerd, waren de Britse noodhospitalen in Oosterbeek na de gevechten overvol. Er was tijdens de gevechten op maandag 25 september hard gevochten, waarbij veel nieuwe slachtoffers waren gevallen. Bovendien waren tijdens de wapenstilstand lang niet alle gewonden in de Britse perimeter afgevoerd.
Net als bij de wapenstilstand van een paar dagen ervoor, lieten de Duitsers zich van hun beste kant zien. In de ochtend van 26 september arriveerden er tientallen ambulances bij Hotel Schoonoord en Hotel de Tafelberg om de honderden gewonden af te voeren.
Hulpvaardigheid
Urquhart: “De Duitsers gedroegen zich correct. In sommige gevallen gaven ze zelfs blijk van grote hulpvaardigheid. Warrack en zijn staf vroegen zich af in hoeverre dit moest worden verklaard doordat de geallieerden de oorlog binnenkort zouden winnen en de grote afrekening dan onvermijdelijk zou komen.”
Of dit een rol speelde, is de vraag. Het lijkt er eerder op dat de opstelling van generaal Bittrich een grote rol heeft gespeeld. Bittrich heeft er bij zijn troepen altijd op gehamerd dat zij zich ridderlijk moesten gedragen.
Het was Bittrich die twee dagen ervoor ook toestemming had gegeven voor een staakt het vuren in Oosterbeek. Dat kwam hem op een uitbrander te staan van veldmaarschalk Model.
“Wat haalden jullie je in godsnaam in je hoofd?” had Model uitgeroepen toen Bittrich hem van de wapenstilstand vertelde.
Schoonoord en De Tafelberg waren de twee belangrijkste noodhospitalen in de Britse perimeter geweest. Maar in totaal bevonden zich in Oosterbeek negen noodhospitalen waar de gewonde airborne-soldaten werden verzorgd. Daarnaast bleken er veel gewonden te zijn achtergebleven bij inwoners van Oosterbeek.
De Duitsers evacueerden na afloop van de gevechten in totaal 900 Britse gewonden uit Oosterbeek. Warrack en de andere artsen die in Oosterbeek voor de gewonden hadden gezorgd, werden door de Duitsers aan het eind van dinsdag 26 september naar de Willem II kazerne in Apeldoorn gebracht om daar verder voor de gewonden te zorgen.
Ook Alexander Lipmann-Kessel, een Britse arts die al vanaf 17 september voor de Britse gewonden zorgde in het Elisabeth Gasthuis, werd overgebracht naar Apeldoorn.
Kolonel Graeme Warrack en Alexander Lipmann-Kessel bleven daar tot oktober de Britse gewonden behandelen. Doordat steeds meer herstelde Britse soldaten werden afgevoerd naar krijgsgevangenkampen, concludeerden Warrack en Lipmann-Kessel op een gegeven moment samen dat hun taak erop zat en het tijd was om naar huis te gaan.
Lipmann-Kessel ontsnapte op 15 oktober. Warrack ontsnapte op 17 oktober. Beide artsen bereikten na een lange zwerftocht uiteindelijk de geallieerde linies.