Geallieerde tanks op de Hommelseweg. De foto is waarschijnlijk op 16 of 17 april genomen, na de bevrijding van Arnhem.

Er was nog een tweede Slag om Arnhem

in Arnhem/Na de slag

De bodem voor de tweede Slag om Arnhem werd gelegd terwijl de Slag om Arnhem in september 1944 nog in volle hevigheid woedde. Op 23 september 1944 besloot de Duitse bezetter om de gehele bevolking van Arnhem te evacueren.

Met uitzondering van wat brandweermannen, agenten en dierenverzorgers van Burgers’, moesten alle inwoners van Arnhem de stad verlaten. Twee dagen later was de stad leeg. Arnhem was een spookstad geworden.

Daardoor heeft de bevrijding van Arnhem, ook wel ‘de tweede Slag om Arnhem’ genoemd, plaatsgevonden zonder dat Arnhemmers zich daarvan bewust waren.

De bevrijding van Arnhem is een sterk onderbelicht aspect van de Arnhemse geschiedenis. Hoe weinig aandacht er is voor de bevrijding van Arnhem blijkt wel uit de wikipedia-pagina over het onderwerp. Die is er niet eens. Tenminste: niet in het Nederlands.
(Wel in het Engels, Frans en Portugees…)

Een herdenkingsmonument voor de meer dan 60 Britten die bij de bevrijding van Arnhem om het leven kwamen is er niet. Niets in de stad herinnert aan de meer dan drie dagen durende strijd in april 1945.

Het is zachtgezegd erg vreemd dat er in Arnhem vrijwel geen aandacht is voor de gevechten. Het overgrote deel van de oorlogsschade in de stad is tijdens deze gevechten ontstaan, en niet tijdens de Slag om Arnhem in september 1944.

Noodbruggen
De bevrijding van Arnhem kreeg de naam ‘Operatie Anger’ mee. Tijdens deze slag vochten de Britten van de 49e Infanterie Divisie (de ‘Polar Bears’) ondersteund door de 79e Britse gemotoriseerde divisie zich een weg door Arnhem om de stad ruim een half jaar na de mislukte Slag om Arnhem alsnog te bevrijden.

Arnhem. A city so nice, they liberated in twice.

Officieel begon de tweede Slag om Arnhem op 11 april 1945, maar feitelijk begon de slag al twee weken eerder. Eind maart werden de laatste Duitse verdedigers ten zuiden van de Rijn bij Arnhem door de geallieerde troepen uitgeschakeld.

Daarmee was ‘Arnhem Zuid’, wat in die tijd nog niet zoveel voorstelde, al bevrijd. Elden, de Praets en Malburgen waren al in geallieerde handen.

Het plan van de geallieerden was aanvankelijk om ten westen van Arnhem met bootjes de Rijn over te steken. Na de bouw van een noodbrug wilden de geallieerden via Oosterbeek Arnhem binnenvallen. Ze kenden de weg.

Omdat de Duitsers de plannen doorzagen en troepen samentrokken om de aanval af te slaan, werd besloten tot plan B (of plan C als je Market Garden meerekent).

In plaats van een aanval via de Rijn, werd besloten tot een aanval via de IJssel. Dat had als bijkomend voordeel dat de Canadezen via meerdere (nood-)bruggen niet alleen naar Arnhem, maar ook naar Deventer en Apeldoorn konden optrekken.

Artilleriebombardement
De Britten hadden geen flauw benul hoe sterk Arnhem verdedigd werd. Sterker nog: nog altijd is niet geheel duidelijk hoeveel Duitsers er in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog in Arnhem waren. De schattingen lopen uiteen tussen de 1.000 en 3.500 vijandelijke troepen.

De Britten besloten het zekere voor het onzekere te nemen. Ze begonnen de gevechten daarom met een enorm artilleriebombardement op de stad. Het was een van de zwaarste artillerie-barrages die de Britten tijdens de Tweede Wereldoorlog uitvoerden.

Eén enkele batterij van acht kanonnen kon in tien minuten tijd meer dan 600 granaten op de stad afvuren en de geallieerden hebben tijdens de bevrijding van Arnhem meerdere artilleriebatterijen ingezet. Bovendien werden ook vliegtuigen gebruikt om de aanwezige Duitsers in de stad te bestoken.

De schade als gevolg van het artilleriebombardement in de stad was immens. Die schade kwam bovenop het bombardement van de Rijnbrug na de Slag om Arnhem in oktober 1944.

Met het vernietigen van de Rijnbrug wilden de geallieerden voorkomen dat de Duitsers de brug nog langer konden gebruiken om troepen over de brug te sturen.

Het vernietigen van de Rijnbrug ging niet zonder slag of stoot. Een eerste bombardement door Amerikaanse bommenwerpers miste zijn doel en belandde op de binnenstad. Pas bij een tweede bombardement werd ook de Rijnbrug geraakt.

Na de oorlog is geïnventariseerd dat er in de hele stad slechts 500 huizen onbeschadigd waren gebleven.

AKZO
Nadat op 11 april 1945 de kanonnen zwegen, begonnen de Britten in de avond aan de oversteek van de IJssel. In het donker werd ten westen van Westervoort al snel een bruggenhoofd gevormd.

Bij Doornenburg lag op dat moment al een noodbrug klaar, die naar het bruggenhoofd gevaren werd. Nadat de brug op z’n plek lag, konden de Polar Bears in grote aantallen de IJssel oversteken.

De eerste troepen die Arnhem binnentrokken werden bij de AKZO-fabriek (toen nog Enka) opgewacht door Duitsers die zich in het complex verschanst hadden.

Pas nadat de Britten tanks inzetten, wisten ze de Duitsers na bijna een dag te verdrijven en konden ze verder optrekken naar het centrum van Arnhem.

Her en der in de stad zaten kleine of grotere groepen Duitse soldaten die tegen beter weten in de stad verdedigden. In de avond van 13 april, na twee dagen soms verbeten gevechten, hadden de Britten het grootste gedeelte van Arnhem in handen.

Toch gaven de Duitsers de strijd nog niet op. Op 14 april deden Nederlandse SS-ers van de 34e grenadier divisie Landstorm met tanks een tegenaanval. De Nederlandse SS-ers werden pas na zware gevechten teruggedreven.

Op 15 april bereikten de Polar Bears Burgers’ Dierenpark en hadden zij eindelijk heel Arnhem in handen.

Spookstad
De Britten hadden een geruïneerde, lege stad bevrijd. Na de evacuatie van de Arnhemmers in september 1944 en de massale plunderingen door de Duitsers, was Arnhem een spookstad geworden die bovendien door het oorlogsgeweld zeer zwaar beschadigd was.

De Canadese oorlogscorrespondent Matthew Halton omschreef Arnhem als “een verlaten, brandende huls”. Veteranen zeiden na de oorlog dat rondlopen in Arnhem voelde als rondlopen in een graftomde.

Het oorlogsdagboek van de Polar Bears meldt dat de Britten tijdens de hele oorlog geen stad zijn tegengekomen die zwaarder onder het oorlogsgeweld had geleden als Arnhem.

Na de bevrijding en het einde van de Tweede Wereldoorlog konden de verdreven Arnhemmers terugkeren naar hun stad, waar weinig meer van over was.

De wederopbouw kon beginnen.